ECLI:NL:RBDHA:2021:898
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Op 26 januari 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 14 januari 2021 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse medische documenten en verklaringen. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 januari 2021 werd betrokkene, een vrouw geboren in 1957, telefonisch gehoord. De rechtbank beëindigde het gesprek vroegtijdig omdat betrokkene geagiteerd was en door anderen heen sprak. De advocaat van betrokkene refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank, terwijl de psychiater en sociaal psychiatrisch verpleegkundige hun zorgen over de situatie van betrokkene uitten.
De rechtbank oordeelde dat betrokkene lijdt aan een schizo-affectieve stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel. Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een jaar, tot en met 26 januari 2022, en bepaalde dat de volgende vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast: toedienen van medicatie, verrichten van medische controles, en beperkingen in de bewegingsvrijheid. De beschikking werd gegeven door rechter O.F. Bouwman, bijgestaan door griffier A.E. Babulall-Balkaran, en is vastgesteld op 2 februari 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.