Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet. Eiser, die stelt de Tunesische nationaliteit te bezitten, is in bewaring gesteld omdat er een concreet aanknopingspunt voor overdracht naar Italië bestaat, zoals geregeld in de Dublinverordening. Eiser betwist de rechtmatigheid van zijn bewaring, stellende dat de overdrachtstermijn al was verstreken op het moment van zijn inbewaringstelling. De verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft echter de overdrachtstermijn verlengd omdat eiser in voorarrest zat en het onduidelijk was hoe lang deze detentie zou duren. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de overdrachtstermijn op 3 februari 2021 rechtmatig was, en dat de termijn van zes weken die eiser in bewaring moet doorbrengen niet onredelijk is, gezien de afhankelijkheid van de Italiaanse autoriteiten voor het boeken van een vlucht. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, evenals zijn verzoek om schadevergoeding.