Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[de BV] ,
[gedaagde sub 2],
1. De procedure
- het tussenvonnis van 13 juni 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- de akte van Sanyang, ingekomen op 5 juli 2018, houdende inbreng van productie EP30,
- de brief van mr. Eijsvogels van 7 september 2018 met een specificatie van de proceskosten zijdens [gedaagde sub 1 c.s.] en overlegging digitale stukken,
- de akte overlegging producties van [gedaagde sub 1 c.s.] ingekomen op 6 maart 2019 met producties GP16 t/m GP18,
- de akte overlegging producties van Sanyang ingekomen op 7 maart 2019 met productie EP31,
- de akte overlegging producties van Sanyang ingekomen op 15 maart 2019 met producties EP32 t/m EP35,
- het e-mailbericht van 20 maart 2019 namens [gedaagde sub 1 c.s.] met een geactualiseerde proceskostenspecificatie,
- het proces-verbaal van de op 21 maart 2019 gehouden comparitie van partijen, met aangehecht de ter zitting genomen akte houdende eisvermeerdering van Sanyang;
- de akte houdende uitlaten EUIPO’s Besluiten Kamer van Beroep (KvB) van Sanyang van 26 november 2020;
- de brief van [gedaagde sub 1 c.s.] van 27 november 2020 met een reactie op de Beslissingen van de KvB.
2.De feiten
partijen
manufacturer’ vermeld (bij 0.5). Punt 0.1 vermeldt dat de scooters (destijds) op de markt mochten worden gebracht onder de (handels)namen ZhongNeng, ASYA en daDo. Op pagina’s 16, 63 en 64 staat het volgende:
make/trade name’, punt 0.1) is onder meer ‘ [Merknaam] ’ vermeld en bij de ‘
commercial names’ staat [naam Scooter] .
3.Het geschil
4.De beoordeling
bevoegdheid
Zhejiang Sanyang Jiche Gongye Youxian Gongse’, verwijst [gedaagde sub 1 c.s.] naar de Duitse vertaling van door haar in het kader van de EUIPO-nietigheidsprocedures bij SIPO opgevraagde stukken uit het ‘verleningsdossier’ [7] . Sanyang gebruikt deze woordcombinatie echter ook als ‘vertaling’ van haar naam. Dit blijkt uit een door [gedaagde sub 1 c.s.] overgelegde volmacht van Sanyang uit een andere procedure. [8] Tijdens de comparitie heeft de advocaat van [gedaagde sub 1 c.s.] erkend niet te weten of het aan het verweer van [gedaagde sub 1 c.s.] ten grondslag gelegde verschil in de naam van de aanvrager van het CN Model mogelijk is de wijten aan de vertaling.
Nach entsprechender Überprüfung bestätigt das [SIPO] den Erhalt der nachstehend aufgefüihrten Zeichnungen oder Fotos: Seitenzahl pro Exemplar: 2 2 Exemplare”. Nu [gedaagde sub 1 c.s.] de afbeeldingen waarnaar wordt verwezen in de door haar opgevraagde SIPO stukken (‘
nachstehend aufgeführten Zeichnungen oder Fotos’) niet heeft overgelegd, kan niet worden vastgesteld dat die afwijken van de afbeeldingen die zijn weergegeven in het CN Model.
lex loci protectionis). [9] De rechtbank gaat ervan uit dat dit voor de vaststelling wie als de vormgever/maker van een model moet worden aangemerkt niet anders is. Op grond van art. 14 lid 1 GModVo geldt dat het recht op een Gemeenschapsmodel toekomt aan de ontwerper of diens rechtverkrijgende. Sanyang heeft toegelicht dat ZNEN de scooters assembleert/produceert met door haar geleverde onderdelen waaronder scooterkappen. ZNEN assembleert en produceert onder meer scooters van in de Unie als type ZN125T en ZN50QT-E toegelaten scooters met de vormgeving geopenbaard in de VCA- en RDW-certificaten, die zij sinds 2004 op de markt brengt (zie 2.12) in ieder geval in China. Sinds de verkrijging van de onder 2.10 en 2.11 bedoelde typegoedkeuringscertificaten voor de Unie, zijn die scooters ook in de Unie op de markt. Niet in geschil is dat op grond van de technische goedkeuring voor type ZN50QT-E van (zie 2.11) zowel scooters met de vormgeving van type 1 als met die van type 2 in de Unie op de markt zijn gebracht. Sanyang is rechthebbende op de vormgeving van type 2. Behoudens bewijs van het tegendeel, in het bijzonder dat in de Unie tegelijkertijd zonder ontlening dezelfde vormgeving is ontwikkeld, moet Sanyang als ontwerper van die vormgeving in de Unie worden aangemerkt.
to complete his improvement design of Classic scooter’, waarop [A] het ontwerp aan de hand van de aanwijzingen van [gedaagde sub 2] zou hebben aangepast. In China zijn vervolgens producenten gezocht. Bij die zoektocht is het ontwerp van [gedaagde sub 2] in verkeerde handen terechtgekomen in die zin dat of een derde of zijn Chinese fabrikant met zijn ontwerp aan de haal is gegaan, aldus het betoog ter zitting.
de persoon die geen recht heeft op het Gemeenschapsmodel te kwader trouw was op het ogenblik waarop een dergelijk model werd aangevraagd of openbaar gemaakt of aan hem werd overgedragen’. Sanyang stelt dat [BV I] , [gedaagde sub 2] en [de BV] te kwader trouw waren op het ogenblik waarop de Gemeenschapsmodellen werden aangevraagd dan wel het moment waarop deze aan hem/haar werden overgedragen als bedoeld in art. 15 lid 3 GModVo. In haar stelling ligt besloten dat [gedaagde sub 1 c.s.] de vormgeving van type 2 heeft ontleend aan die van haar ontwerp. [gedaagde sub 1 c.s.] heeft, subsidiair, betwist dat is voldaan aan dit vereiste.