ECLI:NL:RBDHA:2021:8728
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in het kader van de schuldsaneringsregeling
Op 5 juli 2021 heeft verzoeker, die onder beschermingsbewind staat, een verzoek ingediend tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling, vergezeld van een verzoek om in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. Tijdens de zitting op 9 augustus 2021, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn beschermingsbewindvoerder en een schuldhulpverlener, was de verweerster, Nationale Hypotheek Garantie, niet aanwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker een totale schuld heeft van € 88.552,80, waarvan € 69.562,48 aan de verweerster. De aangeboden schuldregeling, die door de andere schuldeisers werd aanvaard, hield in dat aan preferente en concurrente schuldeisers respectievelijk 10,25% en 5,125% van hun vorderingen zou worden uitgekeerd, met finale kwijting van het restant.
De rechtbank overweegt dat een schuldeiser alleen onder bijzondere omstandigheden gedwongen kan worden om in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. In dit geval heeft de verweerster haar reden van weigering niet kenbaar gemaakt, en de rechtbank concludeert dat verzoeker, gezien zijn psychische en psychosociale problemen, niet in staat is om zijn inkomenspositie binnen afzienbare tijd te verbeteren. De rechtbank oordeelt dat de aangeboden schuldregeling een gunstiger resultaat zal opleveren voor de schuldeisers dan de wettelijke schuldsaneringsregeling, en dat het verzoek van verzoeker om de verweerster te bevelen in te stemmen met de schuldregeling moet worden toegewezen. Het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling wordt afgewezen, omdat verzoeker daar geen belang meer bij heeft.
De rechtbank beveelt de verweerster in te stemmen met de schuldregeling en wijst het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling af.