ECLI:NL:RBDHA:2021:8705

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 augustus 2021
Publicatiedatum
9 augustus 2021
Zaaknummer
C/09/611768 / HA ZA 21-448
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak in vrijwaringsincident tussen Lyondell Chemie Nederland B.V. en Zurich Insurance PLC Niederlassung für Deutschland

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, betreft het een vrijwaringsincident tussen Lyondell Chemie Nederland B.V. en Zurich Insurance PLC Niederlassung für Deutschland. Lyondell Chemie, eiseres in de hoofdzaak, heeft een vordering ingesteld tegen Zurich, die als gedaagde in de hoofdzaak optreedt. De vordering is gebaseerd op twee bankgaranties die Zurich heeft verstrekt aan Lyondell Chemie ter zekerheid van de nakoming van verplichtingen door Oschatz Energy and Environment GmbH, de contractpartner van Lyondell Chemie. Lyondell Chemie heeft de bankgaranties ingeroepen, maar Zurich weigert om het gevorderde bedrag uit te betalen, wat heeft geleid tot het verzoek van Zurich om Oschatz en Christof Industries Global GmbH in vrijwaring op te roepen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat Zurich voldoende gemotiveerd heeft aangetoond dat zij recht en belang heeft om de nadelige gevolgen van een ongunstige afloop van de hoofdzaak op Oschatz en Christof te verhalen. De rechtbank heeft de vordering van Zurich om deze partijen in vrijwaring op te roepen toegewezen en hen een termijn van dagvaarding van drie maanden toegestaan. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindvonnis in de hoofdzaak. De hoofdzaak zal op de rol komen voor conclusie van antwoord aan de zijde van Zurich op de gebruikelijke termijn van zes weken.

De uitspraak is gedaan door mr. J.S. Honée en openbaar uitgesproken door mr. D. Nobel op 4 augustus 2021. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rolzitting van 15 september 2021 voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/611768 / HA ZA 21-448
Vonnis in incident van 4 augustus 2021
in de zaak van
LYONDELL CHEMIE NEDERLAND B.V., te Rotterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. H.J. van der Baan te Amsterdam,
tegen
de rechtspersoon naar het recht van Ierland
ZURICH INSURANCE PLC NIEDERLASSUNG FÜR DEUTSCHLAND, te Dublin, Ierland,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. C.J. Jager te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Lyondell Chemie en Zurich genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 januari 2021, met producties;
  • de incidentele conclusie inhoudende oproeping in vrijwaring ex art 210 Rv;
  • de conclusie tot referte in incident.
1.2.
Ten slotte is een datum vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
In de hoofdzaak vordert Lyondell Chemie dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I voor recht verklaart dat de Advance Payment Bond en de Performance Guarantee ter zekerheid strekken van de nakoming van de verplichtingen van Oschatz onder de Overeenkomst;
II voor recht verklaart dat Lyondell Chemie de Advance Payment Bond en de Performance Guarantee geldig heeft ingeroepen;
III Zurich veroordeelt om overeenkomstig de Advance Payment Bond aan Lyondell Chemie een bedrag te betalen van € 1.719.120, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 4 november 2020;
IV Zurich veroordeelt om overeenkomstig de Performance Guarantee aan Lyondell Chemie een bedrag te betalen van € 4.350.000, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 4 november 2020;
V Zurich veroordeelt om de proceskosten, inclusief de nakosten, te voldoen binnen zeven dagen na dagtekening van het vonnis, onder bepaling dat indien de proceskosten niet binnen genoemde termijn zijn voldaan, hierover vanaf de achtste dag de wettelijke rente verschuldigd is.
2.2.
Aan deze vorderingen legt Lyondell Chemie, samengevat, het volgende ten grondslag. Zurich heeft in opdracht van haar cliënte, Oschatz Energy and Environment GmbH (hierna: Oschatz), twee abstracte bankgaranties verstrekt aan Lyondell Chemie,
een
Advance Payment Bonden een
Performance Guarantee. Door middel van deze twee bankgaranties werd zekerheid verleend (voor een totaalbedrag van € 8,7 miljoen) voor de nakoming door Oschatz van haar verplichtingen onder de aannemingsovereenkomst die Lyondell Chemie namens LyondellBasell Covestro Manufacturing Maasvlakte V.O.F. (hierna: LyondellBasell) op 27 februari 2018 is aangegaan met Oschatz (hierna: de Overeenkomst). Als gevolg van diverse schendingen van de Overeenkomst door Oschatz heeft LyondellBasell noodgedwongen de Overeenkomst op 24 juli 2020 moeten beëindigen
wegens wanprestatie. Oschatz weigert echter aan haar (betalings)verplichtingen onder de Overeenkomst te voldoen en handelt nog altijd in strijd met haar contractuele verplichtingen (inclusief de verplichtingen die op haar rusten ten gevolge van de beëindiging van de
Overeenkomst). Op 27 september 2020 heeft Lyondell Chemie daarom de bankgaranties ingeroepen en Zurich verzocht een totaalbedrag van EUR 6.069.120 te betalen. Zonder deugdelijke motivering en kennelijk op instructie van Oschatz weigert Zurich tot op heden echter het gevorderde bedrag aan Lyondell Chemie uit te betalen.
2.3.
Zurich vordert in het incident dat haar wordt toegestaan Oschatz en Christof Industries Global GmbH te Graz, Oostenrijk (hierna: Christof), in vrijwaring op te roepen.
2.4.
Zurich voert hiertoe, samengevat, het volgende aan. Oschatz en Christof zijn opdrachtgevers van Zurich en/of hebben zich jegens haar als contragaranten verbonden voor de door Zurich verstrekte bankgaranties. Beide rechtspersonen zijn ook partij (geworden) bij de rechtsverhouding waarvan Lyondell Chemie zegt dat deze betrekking heeft op de bankgaranties. Gelet op het voorgaande zijn Oschatz en/of Christof gehouden enig bedrag dat Zurich uit hoofde van de bankgaranties aan Lyondell Chemie voldoet, aan Zurich te vergoeden uit hoofde van de contragaranties van Oschatz en Christof. Zurich wenst deze rechtspersonen dan ook in vrijwaring te kunnen betrekken.
2.5.
Lyondell Chemie refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.6.
De rechtbank stelt voorop dat een vordering tot oproeping van een derde in vrijwaring in beginsel toewijsbaar is, indien voldoende gemotiveerd en concreet wordt gesteld dat men krachtens een rechtsverhouding met die derde recht en belang heeft om de nadelige gevolgen van een ongunstige afloop van de hoofdzaak geheel of gedeeltelijk op die derde te verhalen, dit in een zo veel mogelijk tegelijkertijd met de hoofdzaak te behandelen vrijwaringszaak. Gelet op de stellingen die Zurich aan haar vordering tot oproeping in vrijwaring ten grondslag heeft gelegd, valt niet uit te sluiten dat zij, indien de beslissing in de hoofdzaak voor haar nadelig zal uitvallen, verhaal heeft op Oschatz en Christof. De vordering in het incident zal dan ook worden toegewezen.
2.7.
Voor wat betreft de termijn van dagvaarding van Ochatz en Christof overweegt de rechtbank als volgt. Uit artikel 115 lid 1 Rv volgt dat de termijn van dagvaarding ten minste vier weken is, nu Ochatz en Christof woonplaats hebben in respectievelijk Duitsland en Oostenrijk en deze landen zijn aangesloten bij de Verordening (EG) nr. 1393/2007 van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken. Nu Zurich heeft gevorderd dat haar een termijn van dagvaarding van drie maanden wordt toegestaan en Lyondell Chemie hiertegen geen bezwaar heeft gemaakt, zal Zurich worden toegestaan om Ochatz en Christof in vrijwaring op te roepen tegen de rolzitting van 3 november 2021.
2.8.
De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
in de hoofdzaak
2.9.
De rechtbank zal bepalen dat de hoofdzaak op de rol komt voor conclusie van antwoord aan de zijde van Zurich op de gebruikelijke termijn van zes weken.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
staat Zurich toe om Ochatz en Christof in vrijwaring te dagvaarden tegen de rolzitting van deze rechtbank van 3 november 2021;
wijst de vordering toe;
3.2.
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindvonnis in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 15 september 2021 voor het nemen van een conclusie van antwoord;
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Honée en in het openbaar uitgesproken door mr. D. Nobel, rolrechter, op 4 augustus 2021. [1]

Voetnoten

1.type: 1554