Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 juli 2021 in de zaak tussen
Aqua Look B.V., te Delftgauw, eiseres
de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Eichhornia crassipes).
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2021, in de zaak tussen Aqua Look B.V. en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, werd de weigering van de Minister om ontheffing te verlenen voor het houden van de waterhyacint (Eichhornia crassipes) beoordeeld. Eiseres, Aqua Look B.V., exploiteert een kwekerij en groothandel in aquarium- en vijverplanten en was een van de twee groothandels van waterhyacinten in Europa. De rechtbank oordeelde dat de plaatsing van de waterhyacint op de lijst van zorgwekkende invasieve uitheemse soorten door de Europese Commissie niet gebrekkig was onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat de Commissie niet buiten haar beoordelingsbevoegdheid was getreden en dat de weigering van de ontheffing door de Minister gerechtvaardigd was. Eiseres had aangevoerd dat de plaatsing op de Unielijst onrechtmatig was en dat de risicobeoordeling niet voldeed aan de eisen van de Verordening (EU) 1143/2014. De rechtbank oordeelde dat de Commissie de risicobeoordeling op basis van wetenschappelijk materiaal had uitgevoerd en dat de waterhyacint aanzienlijke nadelige gevolgen kan hebben voor de biodiversiteit en de economie. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en zag geen aanleiding om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie.