ECLI:NL:RBDHA:2021:8561

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juli 2021
Publicatiedatum
4 augustus 2021
Zaaknummer
AWB 20/6268
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om uitstel van uitzetting in vreemdelingenzaak

Op 29 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/6268. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E.S. van Aken, had verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was gericht aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de verweerder in deze procedure. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting. De verzoekster vroeg om te bepalen dat de uitzetting van haar achterwege dient te blijven totdat er een beslissing is genomen op het beroep in een andere procedure, met zaaknummer AWB 20/8477. Echter, de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening te treffen, aangezien er op 21 juli 2021 al een beslissing is genomen op het beroep. Het verzoek is daarom kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 29 juli 2021.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 20/6268
V-nummer: [nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[naam], verzoekster,

gemachtigde mr. E.S. van Aken,
tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep in de procedure met zaaknummer AWB 20/8477 te bepalen dat verweerder de uitzetting van verzoekster achterwege dient te laten, totdat op het beroep is beslist.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 21 juli 2021 op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekend gemaakt op 29 juli 2021.
Afschrift verzonden op: