Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[naam], verzoekster,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 29 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/6268. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E.S. van Aken, had verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was gericht aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de verweerder in deze procedure. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting. De verzoekster vroeg om te bepalen dat de uitzetting van haar achterwege dient te blijven totdat er een beslissing is genomen op het beroep in een andere procedure, met zaaknummer AWB 20/8477. Echter, de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening te treffen, aangezien er op 21 juli 2021 al een beslissing is genomen op het beroep. Het verzoek is daarom kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 29 juli 2021.