ECLI:NL:RBDHA:2021:8531
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van minderjarige kinderen - beroep ongegrond
In deze zaak hebben eisers, een echtpaar met drie minderjarige kinderen, een verzoek ingediend tot wijziging van de geslachtsnaam van hun kinderen van de naam van de moeder naar de naam van de vader. De rechtbank Den Haag heeft op 22 juli 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eisers ongegrond is verklaard. De aanvraag voor de geslachtsnaamswijziging was eerder door de minister voor Rechtsbescherming afgewezen, en dit besluit werd in een daaropvolgend bezwaar gehandhaafd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen bij geboorte de geslachtsnaam van de moeder hebben gekregen en dat er geen wettelijke basis is om deze naam te wijzigen, gezien de geldende regelgeving.
Eisers voerden aan dat de huidige wetgeving hen onterecht zou uitsluiten van de mogelijkheid om de geslachtsnaam te wijzigen. Ze stelden dat de restrictieve bepalingen in het Besluit geslachtsnaamswijziging in strijd zijn met de Nederlandse Grondwet en internationale verdragen. De rechtbank oordeelde echter dat de wetgeving duidelijk is en dat de voorwaarden voor geslachtsnaamswijziging voor minderjarigen niet zijn vervuld. De rechtbank benadrukte dat de belangen van de kinderen zijn gewaarborgd in het Besluit, en dat er geen grond is om het Besluit buiten toepassing te laten.
De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam terecht was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen. Eisers hebben de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.