Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[Naam 1], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.A.P.M. van der Zanden, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen. Dit besluit, dat op 16 juni 2021 was genomen, leidde tot de aanvraag van een voorlopige voorziening door verzoeker.
De zitting vond plaats op 21 juli 2021 in Middelburg, waar verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, M. Momand. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL21.9424). In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking had op de andere zaak, heeft de rechtbank geoordeeld dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. M.Ch. Grazell. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.