Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam 1], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juli 2021 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Eritrees, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, met als argument dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en aanvullende beroepsgronden ingediend. Tijdens de zitting op 21 juli 2021 heeft eiser zijn standpunten toegelicht, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. Eiser voerde aan dat er geen gereserveerde opvangplaatsen zijn voor Dublin-terugkeerders in Italië, wat volgens hem een schending van het interstatelijk vertrouwensbeginsel zou betekenen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat er structurele gebreken zijn in het Italiaanse asiel- en opvangsysteem. De rechtbank heeft vastgesteld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag en dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.