ECLI:NL:RBDHA:2021:847
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Spanje
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. W. Volkers, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. J. Visschers, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, waarbij Spanje als verantwoordelijk land is aangewezen. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat verweerder ten onrechte geen toepassing heeft gegeven aan artikel 17 van de Dublinverordening en dat er twijfels zijn over de opvangcapaciteit in Spanje, vooral in het licht van de coronacrisis.
Tijdens de zitting op 26 januari 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, zijn standpunten toegelicht. De rechtbank overweegt dat verweerder op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan van de verantwoordelijkheden van Spanje, tenzij eiser kan aantonen dat dit in zijn geval niet gerechtvaardigd is. De rechtbank concludeert dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de Spaanse autoriteiten niet aan hun internationale verplichtingen voldoen. De rechtbank wijst erop dat hoewel er problemen zijn in het Spaanse asiel- en opvangsysteem, dit niet betekent dat eiser bij terugkeer naar Spanje geen opvang zal ontvangen.
De rechtbank oordeelt dat de omstandigheden die eiser heeft aangevoerd niet zodanig bijzonder zijn dat verweerder een uitzondering had moeten maken op de Dublinverordening. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.