ECLI:NL:RBDHA:2021:8398

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juni 2021
Publicatiedatum
30 juli 2021
Zaaknummer
8992155 RP VERZ 21-50052
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens inhoudsloosheid en opzegverbod

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Technology Management en Network Services B.V. (handelsnaam Devoteam) en de werknemer, aangeduid als [verweerder]. Devoteam heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:669 lid 3 sub h BW, stellende dat de arbeidsovereenkomst inhoudsloos is geworden. De werknemer heeft zich verweerd tegen dit verzoek en heeft onder andere een transitievergoeding en een billijke vergoeding geëist.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer sinds zijn indiensttreding nauwelijks bij opdrachtgevers is geplaatst en dat er geen toekomstperspectief is voor de werknemer binnen het bedrijf. De rechter heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst een lege huls is geworden en dat herplaatsing niet in de rede ligt. Tevens is overwogen dat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met de arbeidsongeschiktheid van de werknemer, aangezien deze arbeidsongeschiktheid nog geen twee jaar heeft geduurd. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, met ingang van 1 augustus 2021, en heeft Devoteam veroordeeld tot betaling van de wettelijke transitievergoeding aan de werknemer. Het verzoek van de werknemer om een billijke vergoeding werd afgewezen, omdat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De kantonrechter heeft ook bepaald dat Devoteam geen rechten kan ontlenen aan het concurrentiebeding per einde dienstverband.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
CK/cd
Zaaknummer 8992155 RP VERZ 21-50052
Uitspraakdatum: 29 juni 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
De besloten vennootschap
Technology Management en Network Services B.V.handelsnaam
Devoteam,
gevestigd te Den Haag,
verzoekende partij,
verder te noemen: Devoteam,
gemachtigde: mr. drs. G.B.M. Zuidgeest,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij,
verder te noemen: [verweerder] ,
gemachtigde: mr. Y. da Silva Delgado.

1.Het procesverloop

1.1.
Devoteam heeft de kantonrechter bij verzoekschrift, bij de griffie ingekomen op 22 januari 2021, verzocht de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. Op 13 april 2021 is ter griffie een verweerschrift ingekomen.
1.2.
Verder is aan stukken nog ingekomen:
  • de bij brief van 15 april 2021 afkomstig van Devoteam overgelegde producties 25 tot en met 31;
  • de bij brief van 15 april 2021 afkomstig van [verweerder] overgelegde producties 15 tot en met 17;
  • de brief van 4 mei 2021 waarin Devoteam de kantonrechter bericht dat partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen.
1.3.
Op 20 april 2021 heeft de digitale mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Verschenen zijn namens Devoteam [betrokkene 1] ( [functie] ) bijgestaan door de gemachtigde voornoemd. [verweerder] is in persoon verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd. Daarbij zijn door beide partijen pleitaantekeningen overgelegd en voorgedragen. Van het verhandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt die zich in het procesdossier bevinden. Vervolgens is een datum voor de uitspraak bepaald en ambtshalve aangehouden tot heden.

2.De feiten

2.1.
[verweerder] , geboren op [geboortedag] 1977, is op 1 september 2019 op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Devoteam in de functie van [functie] .
2.2.
[verweerder] is afkomstig uit Turkije en per 1 september 2019 als kennismigrant naar Nederland geëmigreerd. Op grond van die status heeft [verweerder] een verblijfsvergunning gekregen voor de maximale duur van vijf jaren.
2.3.
Volgens de arbeidsovereenkomst bedraagt het loon € 5.200,00 bruto per maand, inclusief vakantiegeld en exclusief eventuele jaarlijkse bonus. De arbeidsomvang is 40 uren per week.
2.4.
Een [functie] bij Devoteam dient on-site opdrachtgevers te ondersteunen en te adviseren bij IT-projecten. Om voor deze opdracht in aanmerking te komen, dienen consultants zich bij de opdrachtgever te presenteren en deze te overtuigen van de eigen deskundigheid. Hoewel Devoteam ondersteunt bij het contact leggen tussen opdrachtgevers en consultants (zij stuurt de opdrachtgever het cv van de consultant toe en bereidt de consultant voor op de sollicitatiegesprekken met opdrachtgevers), dienen de consultants zich actief te richten op de opdrachtgever. Veelal heeft de opdrachtgever de keuze uit verschillende consultants.
2.5.
Op 3 januari 2021 heeft een zogenoemde PDP-bespreking plaatsgevonden tussen Devoteam, in de persoon van [betrokkene 2] ( [functie] ) en [verweerder] waarin doelstellingen voor het jaar 2020 zijn vastgesteld. Devoteam zou zich bij het zoeken van opdrachten meer gaan richten op de functie [functie] en [verweerder] zou diverse cursussen en trainingen gaan volgen.
2.6.
In de periode van september 2019 tot en met december 2019 is het cv van [verweerder] door Devoteam aan verschillende opdrachtgevers gestuurd. Dit heeft niet geleid tot een opdracht voor [verweerder] .
2.7.
In januari 2020 is het cv van [verweerder] toegestuurd aan Rabobank en is [verweerder] uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken, maar dat heeft uiteindelijk niet geleid tot een opdracht voor [verweerder] .
2.8.
In februari 2020 is [verweerder] door Devoteam geplaatst op project Dorel.
2.9.
Op 3 april 2020 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Devoteam, in de persoon van [betrokkene 3] ( [functie] ), en [verweerder] . In een e-mail van 15 april 2020 wordt door Devoteam daarover het volgende weergegeven:
Hi [verweerder] ,
Following on our previous conversation would like to have a follow up with you on the progress finding new assignment:
• status potential opportunities and assignments
• status training and certification tin line with your PDP discussion with mmmmmmmmmmm
Actions agreed and items discussed on our meeting 3rd April:
  • [verweerder] to update the one pagers and cv into three roles that most fit his profile: telco solution architect, solution architect for utilities industry, middleware designer (allround) – done
  • Roles in one pagers should reflect the profile role of the cv and onepagers. When cv is to be submitted for solution architect role, cv titles and experience should mention and emphasize the relevant experience and competences of the requested roles. – done
  • Follow up one pager with sales mmmmmmmmmm and to increase possibility of assignment
  • if going seriously for a middleware designer role it is important to be certified in the relevant technology – even though you are not taking the developer role. Nowadays development and design roles are more intertwined with the agile delivery methodology. That is the reason Mulesoft certification is important and is one of the easiest to attain.
2.10.
Op 27 mei 2020 heeft wederom een gesprek plaatsgevonden tussen Devoteam, in de persoon van [betrokkene 3] ( [functie] ), en [verweerder] . In een e-mail van 27 april 2020 wordt door Devoteam daarover het volgende weergegeven:
Hi [verweerder] , mmmmmmmmmm
Please find my notes on our regular follow up meeting with [verweerder] :
On opportunities Solution Architect
  • We have applied for multiple roles at Rabobank - 1 rejected in the past and another one with no response yet.
  • Utilities dutch speaking is still a must for majority of solution architect roles.
  • Highlight your profile at multiple Telco clients with our account managers and with Devoteam BE - so far no success. Sales team will continue pushing.
  • DU role business consultant submitted and is on hold.
  • Currently, we see in the market there is more demand for TOGAF certified solution architect. Suggestion to get this certification as this will provide more opportunities. Mmmmmmm mentioned Mmmmmmm is preparing for this certification, and is able to provide help on how to get certified.
  • Currently this week, no outstanding opportunities.
On training:
 [verweerder] is studying for AWS cloud associate certification. This is the entry level. Recommendation from Mmmmmmm is to attain the AWS cloud professional certification. In addition, will be beneficial to have Azure fundamentals and Google cloud fundamental as well. Mmmmmmm recently certified on AWS, can be reached for tips.
Other:
 Continue on preparing questions for the Integration Maturity Assessmerit / Quick Scan. [verweerder] will schedule meeting with Mmmmmmm and Mmmmmmm.
Let me know if I have missed any items.
2.11.
Eind juni 2020 wordt het cv van [verweerder] toegezonden aan RTL Nederland, maar uiteindelijk wordt [verweerder] op 6 juli 2020 afgewezen voor de opdracht.
2.12.
Op 8 juli 2020 heeft Devoteam een voorstel gedaan tot beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden.
2.13.
Op uiteindelijk 19 augustus 2020 hadden partijen overeenstemming over de voorwaarden waaronder de arbeidsovereenkomst zou eindigen bereikt, maar daarna is overleg onderbroken met het doel [verweerder] de bedrijfsarts te laten bezoeken om zijn arbeids(on)geschiktheid vast te stellen.
2.14.
Uiteindelijk heeft op 30 september 2020 het spreekuur bij de bedrijfsarts plaatsgevonden. Op 16 november 2020 heeft [verweerder] een verslag van de bedrijfsarts ontvangen waarin staat dat geen sprake is van arbeidsongeschiktheid op medische gronden.
2.15.
Op 27 november 2020 heeft [verweerder] zich ziekgemeld bij Devoteam.
2.16.
Op 27 november 2020 heeft de gemachtigde van [verweerder] Devoteam, voor zover relevant, het volgende bericht:
Gelet op de huidige medische staat van cliënt kan ik hem op dit moment niet adviseren om verder te praten over een beëindiging van het dienstverband. Het lijkt mij verstandig dat cliënt de ruimte krijgt om aan zijn herstel te werken.
2.17.
Op 2 december 2021 heeft de bedrijfsarts het volgende advies geformuleerd:
Werknemer telefonisch gesproken. (…)
Het is mij niet duidelijk of de huidige klachten berusten op ziekte. Hij heeft de volgende beperkingen: verminderde mentale en emotionele belastbaarheid, met name beperkingen tav verdragen van prikkels en omgaan met stress. Hij wordt voor de klachten behandeld. (…)
Voorlopig acht ik verstandig dat hij niet gaat werken.
2.18.
Op 1 januari 2021 heeft Devoteam, in de persoon van [betrokkene 4] ( [functie] ), [verweerder] telefonisch laten weten dat [betrokkene 1] ( [functie] ) had besloten af te zien van beëindiging van het dienstverband van [verweerder] .
2.19.
Op 28 januari 2021 heeft de bedrijfsarts het volgende advies geformuleerd:
Op 28 januari 2021 sprak ik opnieuw [verweerder] in verband met forse klachten op het vlak van het persoonlijk en sociaal functioneren waarbij de oorzaak van deze problematiek vooral lijkt voor te komen uit arbeidsgerelateerde problematiek: waarvoor hij gezien de aard an de ernst van deze problematiek toch ook verder gaat me een intensieve behandeling op het vlak van het persoonlijk en sociaal functioneren. Ik adviseer het effect en succes van deze intensieve behandeling op het vlak van het persoonlijk en sociaal functioneren voorlopig nog af te wachten voor het geven van verdere adviezen tav het afbouwen van zijn beperkingen en het weer kunnen maken van een start in structurele werkzaamheden bij de eigen werkgever.
Alvorens verder te kunnen gaan met een hervatting in structurele werkzaamheden dient tevens nog een oplossing te worden gevonden voor de huidige arbeidsgerelateerde problematiek die tevens op dit moment zijn herstel vanuit de huidige behandeling op het lak van het persoonlijk en sociaal functioneren nog lijkt te frustreren waarmee de klachten en beperkingen op dit moment nog niet lijken te verminderen.
2.20.
Op 8 februari 2021 heeft tussen Devoteam, in de personen van [betrokkene 4] en [betrokkene 5] , en [verweerder] een (video)bespreking plaatsgevonden waarin re-integratiewerkzaamheden van [verweerder] zijn besproken.
2.21.
Er heeft een mediationgesprek plaatsgevonden. De mediation is op 6 april 2021 beëindigd.

3.Het verzoek

3.1.
Devoteam heeft verzocht de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op grond van artikel 7:669 lid 3 sub h BW met toekenning van een transitievergoeding van
€ 3.056,67 bruto daarbij rekening houdend met één maand opzegtermijn, en met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
3.2.
Aan dit verzoek heeft Devoteam ten grondslag gelegd dat van haar niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Er is sprake van een voldragen h-grond. [verweerder] heeft nimmer de werkzaamheden uitgevoerd op het niveau waarvoor hij is aangenomen. Sinds september 2020 verricht [verweerder] geen werkzaamheden terwijl hij wel wordt betaald. Devoteam ziet geen mogelijkheden meer voor de toekomst. Devoteam heeft er redelijkerwijs alles aan gedaan om [verweerder] bij een opdrachtgever te plaatsen. De arbeidsovereenkomst is een lege huls geworden. De arbeidsongeschiktheid van [verweerder] staat ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet in de weg.
3.3.
Als toelichting op haar verzoek heeft Devoteam het volgende aangevoerd. Devoteam heeft zich vanaf aanvang dienstverband in september 2019 ingespannen [verweerder] bij verschillende potentiële opdrachtgevers onder de aandacht te brengen. Alle pogingen hebben niet geleid tot een opdracht voor [verweerder] . Dat [verweerder] de Nederlandse taal niet machtig is, blijkt een struikelpunt zodat [verweerder] wordt aangeboden de benodigde certificaten te halen die ook door [verweerder] zijn behaald. Ook deze inspanningen hebben niet geleid tot opdrachten voor [verweerder] . Op 8 juli 2020 heeft Devoteam daarom een voorstel gedaan tot beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden. Nadat overeenstemming was bereikt is er eind augustus 2020 een – naar de mening van Devoteam – wat schimmige situatie ontstaan omtrent de arbeidsgeschiktheid van [verweerder] . Uiteindelijk wordt de beëindigingsovereenkomst niet aanvaard door [verweerder] vanwege zijn per 28 november 2020 geconstateerde arbeidsongeschiktheid.

4.Het verweer

4.1.
[verweerder] heeft zich verweerd tegen het verzoek en heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van de verzochte ontbinding en subsidiair verzocht Devoteam te veroordelen tot toekenning van een transitievergoeding van € 3.506,67 alsmede een billijke vergoeding van
€ 91.520,00 en voorts te bepalen dat Devoteam per einde dienstverband geen rechten aan het concurrentiebeding kan ontlenen. Alles met veroordeling van Devoteam in kosten voor juridische bijstand/buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
4.2.
[verweerder] heeft daartoe – samengevat – het volgende aangevoerd. Tijdens het sollicitatiegesprek met Devoteam heeft [verweerder] gezegd dat hij nog niet als consultant werkzaam is geweest en nog nooit woonachtig en werkzaam is geweest buiten Turkije, maar dat hij wel 20 jaar werkervaring heeft in de IT-sector. Hij is zijn carrière begonnen als Developer en is uiteindelijk Solution/Integration Architect geworden.
Tijdens zijn dienstverband met Devoteam heeft [verweerder] aan een opdracht voor Leaseplan gewerkt, in de periode van september tot en met november 2019. Voor deze werkzaamheden heeft [verweerder] ook een bonus ontvangen van Devoteam. Verder heeft [verweerder] voor opdrachtgever Dorel werkzaamheden uitgevoerd, maar dat project is uiteindelijk niet afgerond.
[verweerder] heeft initiatieven genomen om zijn kansen op plaatsing bij een opdrachtgever te vergroten. Devoteam heeft evenwel niet alle mogelijkheden benut op het gebied van training en ontwikkeling van [verweerder] waardoor hij over onvoldoende kennis en ervaring beschikte om te worden geplaatst bij passende opdrachten terwijl Devoteam een verzwaarde zorgplicht had jegens [verweerder] omdat hij voor het dienstverband naar Nederland is verhuisd.
Uiteindelijk is [verweerder] ziek geworden en op grond van artikel 7:670 lid 1 BW is een opzegverbod van toepassing. De ziekte van [verweerder] houdt ook verband met het werk. Hij wordt intensief behandeld door een psycholoog en de huisarts. Door zijn ziekte is hij ook niet in staat om te solliciteren, waardoor zijn verblijfsvergunning zal worden ingetrokken en hij moet remigreren naar Turkije.
Ondanks dat sprake was van een beëindigingsovereenkomst, heeft Devoteam vanaf januari 2021 enkele malen (1 januari, 3 en 8 februari 2021) toegezegd dat het dienstverband van [verweerder] met twee jaren zou worden voortgezet. Daarnaast was de reden van de beëindigingsovereenkomst gelegen in de geschiktheid van [verweerder] voor de functie van [functie] en dat is een andere grond dan de door Devoteam aangevoerde h-grond. Devoteam wenst de d-grond te repareren via de h-grond en daarvoor is de h-grond niet bedoeld.
De geschetste handelwijze van Devoteam is ernstig verwijtbaar. [verweerder] heeft daarom verzocht tot toewijzing van een billijke vergoeding ter grootte van 20 bruto maandsalarissen, zijnde € 91.520,00.

5.De beoordeling

Het opzegverbod
5.1.
Beoordeeld dient te worden of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden. De kantonrechter dient vooreerst vast te stellen dat onderhavig verzoek geen verband houdt met enig opzegverbod.
5.2.
Devoteam heeft aangevoerd dat het ontbindingsverzoek niets te maken heeft met de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] . Ter zitting heeft Devoteam nog nadere toelichting gegeven. Zij heeft aangevoerd dat er in juli 2020 door [verweerder] inhoudelijk is gereageerd (met een exitvoorstel) op het voorstel van Devoteam tot een einde van de arbeidsovereenkomst te komen omdat beide partijen zich realiseerden dat de plaatsing van [verweerder] bij opdrachtgevers problematisch was terwijl Devoteam ook voor de toekomst geen geschikte opdrachten voor [verweerder] verwacht. Op dat moment was geen sprake van arbeidsongeschiktheid, aldus Devoteam. Devoteam heeft verder aangevoerd dat haar is medegedeeld door [verweerder] dat op alle punten overeenstemming is bereikt, maar dat er vervolgens eind augustus 2020 een voor haar wat schimmige situatie ontstond omtrent de arbeidsgeschiktheid van [verweerder] . Wat hiervan ook zij, aldus Devoteam, haar wens de arbeidsovereenkomst te beëindigen bestond reeds lang voor de ziekmelding van [verweerder] op 27 november 2020.
5.3.
Ter zitting heeft [verweerder] aangevoerd ook na juli 2020 door Devoteam te worden geplaatst op opdrachten en het dienstverband voort te zetten. Pas na zijn ziekmelding is het ontbindingsverzoek ingediend. Bovendien zijn er op dit moment vanwege zijn ziekte (nog) geen re-integratiemogelijkheden en bovendien zijn de gevolgen voor het eindigen van het dienstverband voor [verweerder] verregaand.
5.4.
Voor een werkgever geldt op grond van artikel 7:670 lid 1 BW een verbod om de arbeidsovereenkomst op te zeggen gedurende de tijd dat de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, tenzij de arbeidsongeschiktheid ten minste twee jaar heeft geduurd. Laatstelijk op 28 januari 2021 heeft de bedrijfsarts bevestigd dat [verweerder] nog niet in staat is zijn werkzaamheden te verrichten. Vast staat dat de arbeidsongeschiktheid nog geen twee jaar heeft geduurd.
5.5.
Op dit moment is [verweerder] onder medische behandeling en het belang van [verweerder] vereist niet dat de arbeidsovereenkomst nu eindigt. Dat wordt ook niet aangevoerd door partijen. [verweerder] zou tijdens zijn arbeidsongeschiktheid in dienst van Devoteam verder aan zijn herstel werken. De kantonrechter zal daarom dienen te beoordelen of het ontbindingsverzoek al dan niet verband houdt met omstandigheden waarop het opzegverbod betrekking heeft.
5.6.
De in het verzoekschrift genoemde ontbindingsgrond is de zogenoemde h-grond. Op grond van art. 7:669, lid 3, onder h, BW bestaat een redelijke grond voor ontslag indien sprake is van andere dan de in onder a t/m g genoemde omstandigheden. De omstandigheden moeten zodanig zijn dat van de werkgever niet in redelijkheid kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Deze ontslaggrond is terug te voeren op de stelling van Devoteam dat [verweerder] sinds zijn indiensttreding nauwelijks bij opdrachtgevers geplaatst is geweest, ondanks dat Devoteam er vanaf indiensttreding tot de ziekmelding van [verweerder] redelijkerwijs alles aan heeft gedaan [verweerder] geplaatst te krijgen. Dat het ontbindingsverzoek verband houdt met de ziekte van [verweerder] omdat – zoals [verweerder] stelt – Devoteam vlak voor de uitval van [verweerder] nog heeft getracht [verweerder] te plaatsen bij opdrachtgevers, is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, onnavolgbaar. Immers, zolang een werknemer arbeidsgeschikt is zal (ook) de werkgever invulling (moeten) geven aan de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] .
5.7.
Dat er (nog) geen re-integratiemogelijkheden zijn en de gevolgen van een ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor [verweerder] zeer verregaand zijn, doen aan het voorgaande niet af. De kantonrechter heeft bij dit onderdeel namelijk slechts te beoordelen of de aangevoerde omstandigheden (kortweg (de redenen van) het niet kunnen plaatsen van [verweerder] bij opdrachtgevers) waarop het ontbindingsverzoek is gebaseerd (dat de arbeidsovereenkomst inhoudsloos is geworden) al dan niet verband houden met het opzegverbod (de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] ). De reden dat [verweerder] niet of moeizaam geplaatst kan worden bij opdrachtgevers waardoor de arbeidsovereenkomst inhoudsloos zou zijn geworden staat geheel los van zijn arbeidsongeschiktheid, en komt (uitsluitend) door de omstandigheid dat er geen aansluiting is tussen hem en potentiële opdrachtgevers en partijen op basis van een – naar achteraf is gebleken – onterechte veronderstelling inschatten dat [verweerder] bij opdrachtgever van Devoteam zou kunnen worden geplaatst.
Het ontbindingsverzoek (h-grond)
5.8.
De kantonrechter stelt voorop dat uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. In artikel 7:669 lid 3 BW is nader omschreven wat onder een redelijke grond moet worden verstaan. Bij regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2015 (
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
5.9.
Partijen twisten er niet over dat het plaatsen van [verweerder] bij opdrachtgevers tegen de verwachtingen in moeizaam is verlopen. Volgens Devoteam is sprake van een mismatch, zonder dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding of disfunctioneren van [verweerder] . [verweerder] heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat Devoteam zich onvoldoende heeft ingespannen doordat zij [verweerder] niet meer gelegenheid heeft geboden de cursussen/ trainingen te volgen zodat hij zich kon ontwikkelen.
5.10.
Vooropgesteld zij dat de inspanningsverplichting van een werkgever niet onbegrensd is. Devoteam heeft gemotiveerd gesteld dat zij heeft gedaan wat er redelijkerwijs van haar gevergd mocht worden om – ondanks de gebleken ‘mismatch’ – [verweerder] toch aan het werk te krijgen, terwijl inmiddels gebleken is dat er desondanks geen perspectief op voldoende commerciële inzetbaarheid bestaat. Zo heeft [verweerder] in een periode van dertien maanden 61 cursus- en trainingsdagen gehad tegenover de gangbare 10 opleidingsdagen per consultant per jaar. Onderdeel van die cursussen was volgens Devoteam een cursus Nederlands. Verder heeft Devoteam aangevoerd dat zij [verweerder] geen cursussen Nederlands heeft onthouden zoals [verweerder] stelt, maar dat het aan de consultants zelf is een cursus te regelen die Devoteam dan vervolgens vergoedt. Daarnaast heeft Devoteam aangevoerd dat zij [verweerder] heeft ingezet op een voor Devoteam niet declarabel project (Dorel) en interne projecten om [verweerder] praktijkervaring te kunnen laten opdoen. Tot aan de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] heeft Devoteam actief gezocht naar opdrachtgevers waar [verweerder] zou kunnen worden geplaatst. Ondanks dat partijen een andere beleving hebben van de inspanningen van Devoteam, wordt door [verweerder] niet met zoveel woorden ontkend dat Devoteam die inspanningen heeft verricht. Ook wordt door Devoteam niet ontkend dat [verweerder] zich heeft ingespannen zich geplaatst te krijgen bij opdrachtgevers. De inspanningen van beide partijen hebben evenwel niet geleid tot het beoogde resultaat, terwijl Devoteam geen ander werk te bieden heeft dan zij [verweerder] reeds aangeboden heeft. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de arbeidsovereenkomst een lege huls is geworden. Om die reden ligt herplaatsing van [verweerder] ook niet in de rede.
5.11.
De kantonrechter heeft daarbij voorts in aanmerking genomen dat tussen partijen, na onderhandelingen en voorstellen over en weer, overeenstemming bestond over het eindigen van het dienstverband. Daaruit leidt de kantonrechter af dat ieder van de partijen een afweging heeft gemaakt waarbij verschillende omstandigheden de revue moeten hebben gepasseerd. Uiteindelijk is de beëindigingsovereenkomst door [verweerder] niet ondertekend vanwege zijn vastgestelde arbeidsongeschiktheid. De reden dat de beëindigingsovereenkomst niet tot stand is gekomen is daarmee niet gelegen in de omstandigheid dat er toch toekomstperspectief voor [verweerder] zou zijn bij Devoteam, zoals [verweerder] lijkt te suggereren, maar lijkt vooral te zijn gelegen in de omstandigheid dat [verweerder] als kennismigrant in Nederland verblijft en hij zal moeten terugkeren naar Turkije als hij binnen drie maanden geen ander werk vindt. Deze omstandigheid, hoe verstrekkend voor [verweerder] ook, ligt in zijn risicosfeer en leidt niet tot een ander oordeel.
5.12.
Het verweer van [verweerder] dat Devoteam via de h-grond de d-grond wenst te repareren, volgt de kantonrechter niet. Van disfunctioneren van [verweerder] is namelijk geen sprake en dat heeft Devoteam (terecht) ook niet gesteld. Zoals reeds is overwogen blijkt dat de kwalificaties van [verweerder] niet aansluiten bij het werk dat Devoteam te bieden heeft waardoor hij niet plaatsbaar blijkt bij opdrachtgevers.
5.13.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van de werkgever zal toewijzen en dat de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:669 lid 3 sub h BW en met toepassing van artikel 7:671b lid 9 sub a BW zal ontbinden met ingang van 1 augustus 2021. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van deze procedure.
Het verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding
5.14.
Uit de parlementaire geschiedenis van de Wet werk en zekerheid (WWZ) volgt dat voor het aannemen van ernstig verwijtbaar handelen van een werkgever, op grond waarvan de werknemer aanspraak kan maken op een billijke vergoeding (naast de transitievergoeding) een hoge drempel geldt. Het moet gaan om uitzonderlijke gevallen, zoals wanneer een werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat; te denken valt bijvoorbeeld aan de situatie waarin de werkgever een valse grond voor ontslag aanvoert met als enig oogmerk een onwerkbare situatie te creëren en ontslag langs die weg te realiseren (Kamerstukken II, vergaderjaar 2013/2014, 33818, nr. 3, pag. 34). In dergelijke gevallen is het evident dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten.
5.15.
Dit betekent dat de kantonrechter terughoudend moet zijn bij het aannemen van ernstige verwijtbaarheid van (in dit geval) de werkgever en alleen in evidente gevallen tot het oordeel kan komen dat hiervan sprake is. Naar het oordeel van de kantonrechter in daar in het onderhavige geval geen sprake van. Daartoe wordt het volgende overwogen.
5.16.
Voor zover [verweerder] toewijzing van een billijke vergoeding bepleit omdat hij onvoldoende training en begeleiding van Devoteam heeft gehad waarbij Devoteam direct een einde van het dienstverband heeft nagestreefd, stuit dat af op hetgeen hiervoor onder 5.9 tot en met 5.12 is overwogen. Zoals reeds bij de behandeling van het ontbindingsgrond is overwogen moet geconstateerd worden dat de competenties van [verweerder] onvoldoende aansluiten bij de functie die hij moet vervullen bij Devoteam terwijl Devoteam aan ander werk slechts vergelijkbare functies te bieden heeft. Daardoor is het voor beide partijen niet mogelijk (gebleken) invulling te geven aan de arbeidsovereenkomst. Anders dan [verweerder] meent, heeft Devoteam naar het oordeel van de kantonrechter toen bleek dat [verweerder] bij opdrachtgevers niet werd aangenomen voldoende inspanningen verricht om [verweerder] geplaatst te krijgen bij opdrachtgevers. Zoals reeds overwogen zijn ook de inspanningen van een werkgever niet grenzeloos. Devoteam kan in de gegeven omstandigheden geen (ernstig) verwijt worden gemaakt van dat het niet is gelukt om [verweerder] geplaatst te krijgen.
5.17.
De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen en/of nalaten aan de zijde van Devoteam, zodat [verweerder] geen recht heeft op een billijke vergoeding als bedoeld in artikel 7:671b lid 8 onder c BW. Het verzoek van [verweerder] is dan ook niet toewijsbaar.
Het concurrentiebeding
5.18.
In artikel 11 van de arbeidsovereenkomst is een non-concurrentiebeding (artikel 11.1) en een relatiebeding (artikel 11.2) opgenomen. Tegen het verzoek van [verweerder] te bepalen dat Devoteam per einde dienstverband geen rechten kan ontlenen aan dit concurrentiebeding, is door Devoteam geen verweer gevoerd zodat het verzochte als onweersproken zal worden toegewezen.
De proceskosten
5.19.
De kantonrechter ziet in de omstandigheden van het geval geen aanleiding om één van de partijen in de kosten te veroordelen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 augustus 2021;
6.2.
veroordeelt Devoteam tot betaling aan [verweerder] van de wettelijke transitievergoeding;
6.3.
bepaalt dat Devoteam per einde dienstverband geen rechten kan ontlenen aan het concurrentiebeding;
6.4.
verklaart deze beschikking tot dusver uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.L.M. Luiten, kantonrechter en op 29 juni 2021 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.