Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
(tweehonderdzevenenzestig euro).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag, ingediend op 29 oktober 2018. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, heeft op 16 april 2021 alsnog een verblijfsvergunning asiel verleend aan eiseres en haar minderjarige kind, met terugwerkende kracht tot 29 oktober 2018, geldig tot 29 oktober 2023. Eiseres heeft op 19 april 2021 meegedeeld dat zij het beroep intrekt, maar verzoekt verweerder om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder aan eiseres tegemoet is gekomen door alsnog op de aanvraag te beslissen, terwijl het beroep van eiseres noodzakelijk was om deze beslissing te forceren. Daarom heeft de rechtbank besloten om verweerder te veroordelen in de proceskosten die eiseres heeft gemaakt. De kosten zijn vastgesteld op € 267,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de beroepsmatige rechtsbijstand die door een derde is verleend.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt. Eiseres heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na bekendmaking.