Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
CAO voor het verzekeringsbedrijf Binnendienst”(die is opgevolgd door de CAO NN). Ook blijkt dat uit de door [verzoeker] gevoerde procedure bij de Beroepscommissie Sociaal Plan. Een procedure bij deze beroepscommissie staat namelijk alleen open voor medewerkers in dienst van NN Personeel. Bovendien volgt uit de wetsgeschiedenis bij de invoering van de WWZ dat het voor de instelling van een ontslagcommissie er om gaat dat de werkgever gebonden is aan een cao en dat die binding de werkgever ruimte biedt om de regeling van de cao te volgen waar het gaat om de toestemming om een arbeidsovereenkomst op te zeggen met een ongebonden werknemer. (Kamerstukken II 2013/14, 33818, nr. 7. P. 131-132). Dit volgt ook uit artikel 14 Wet CAO waarin is opgenomen dat de werkgever ook voor ongebonden werknemers toestemming moet vragen aan de cao-ontslagcommissie.
5.De beoordeling
“de CAO voor het verzekeringsbedrijf Binnendienst”.
“De CAO 1986-1987 is bijgevoegd”doet vermoeden dat partijen er vanuit gaan dat er waarschijnlijk ook andere versies van deze cao zijn of zullen verschijnen. Hoewel hiermee strikt genomen de toepasselijkheid van latere versies niet is beschreven, valt dit wel af te leiden uit de hoofdboodschap
“[o]p u zijn de CAO voor het verzekeringsbedrijf Binnendienst (…) van toepassing.”en kan de conclusie zijn dat ook toekomstige versies van
dezecao in de arbeidsovereenkomst zijn geïncorporeerd.
“medewerkers die geraakt worden door een reorganisatie waarvoor een adviesaanvraag is ingediend in de periode 1 juli 2019 tot en met 31 december 2021”, terwijl vaststaat dat [verzoeker] al per 1 december 2018 boventallig is verklaard. Daarbij verwijst NN Personeel in deze procedure naar artikelen uit het SKR die op [verzoeker] van toepassing zijn, zodat ook om die reden niet duidelijk is dat niet het SKR, maar de opvolger het SP, op [verzoeker] van toepassing zou moeten zijn. Hoe dit ook zij, bepalingen in het SP (of het SKR), of het Reglement cao-ontslagcommissie kunnen er niet voor zorgen dat een ongebonden werknemer, zoals [verzoeker] , gebonden wordt aan een ontslagcommissie. Hetzelfde geldt voor de cao. Een bepaling in de CAO NN kan er evenmin voor zorgen dat een ongebonden werknemer, zoals [verzoeker] , gebonden wordt aan een ontslagcommissie.
dusvoor haar een onaanvaardbare situatie ontstaat bij het vragen om toestemming om de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] te mogen opzeggen, althans dat valt niet in te zien zonder nadere onderbouwing van NN Personeel. Zij had bijvoorbeeld de door haar genoemde onaanvaardbare situatie kunnen voorkomen, door de bepalingen van de cao over het instellen van een ontslagcommissie algemeen verbindend te laten verklaren. De verwijzing naar ECLI:NL:HR:2002:AF2166 (Bollemeijer/TPG Post) kan hier niet tot een ander oordeel leiden. De in die uitspraak aan de orde zijnde casus wijkt op essentiële punten af van de voorliggende situatie. Partijen hebben nooit over de bevoegdheid van de CAO Ontslagcommissie overeenstemming bereikt. Het is daarnaast niet duidelijk waarom zou moeten worden aangenomen dat de bij de instelling van de CAO Ontslagcommissie betrokken vakbonden, rekening hebben gehouden met de belangen van ongebonden werknemers, zoals [verzoeker] .