Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
eisende partij in de hoofdzaak,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
eisende partij in de vrijwaringszaak,
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1.De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
- de dagvaarding van 31 maart 2020;
- de conclusie van antwoord;
- het vonnis in incident van deze rechtbank van 24 september 2020 waarin het Werktalent wordt toegestaan om Smes en J. Bouw in vrijwaring op te roepen, en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de brief van 11 mei 2021 van de zijde van Werktalent;
- de in het geding gebrachte producties.
- de dagvaarding van 13 oktober 2020;
- de conclusie van antwoord van de zijde van Smes;
- de conclusie van antwoord van de zijde van J. Bouw;
- de brief van 11 mei 2021 van de zijde van Werktalent;
- de in het geding gebrachte producties.
2.De feiten in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
“het doorgegeven [heeft] aan [zijn] klant waarvoor de jongens bezig waren”. Ook stelt Smes zich in deze e-mail op het standpunt dat zij geen aandeel heeft bij het arbeidsongeval en dat zij alle aansprakelijkheid afwijst.
“de uitoefening van het sloopwerk-, grondwerk- en loonwerk bedrijf, alsmede met het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande rechtstreeks of zijdelings in verband staat (…)”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
NJ1979/245 (
Messaoudi/Hoechst Holland). Onder de werking van artikel 7:658 BW geldt verder dat, wanneer een werkgever zijn werknemer tewerkstelt bij een derde teneinde werkzaamheden ter uitvoering van diens bedrijf te verrichten en daarbij in dier voege gebruik maakt van de hulp van de derde dat hij de zorg voor de veiligheid van de werknemer geheel of gedeeltelijk aan de derde overlaat, hij voor een tekortschieten van de derde in die zorg aansprakelijk is als voor eigen tekortschieten. In het geval waarin een werknemer als uitzendkracht door een uitzendbureau te werk wordt gesteld in het bedrijf van een ander, is het uitzendbureau aansprakelijk voor de schade die de werknemer lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden bij de inlener.
Davelaar/Allspan Barneveld) uitgewerkt wanneer een niet-werkgever, zoals op grond van artikel 7:658 lid 4 BW aansprakelijk is. Van belang hierbij is (i) dat de werkzaamheden zijn verricht in de uitoefening van het beroep of bedrijf van de niet-werkgever, èn (ii) dat de werknemer voor de zorg voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk was van de niet-werkgever. Voor beantwoording van deze laatste vraag gaat het om de omstandigheden van het geval en moet – onder meer – gekeken worden naar (a) de feitelijke verhoudingen tussen betrokkenen, (b) de aard van de verrichte werkzaamheden en (c) de mate waarin de niet-werkgever, al dan niet door middel van hulppersonen, invloed heeft op de werkomstandigheden van de werknemer en op de daarmee verband houdende veiligheidsrisico’s. In inleensituaties zal beslissend zijn of de zorg voor de veiligheid daadwerkelijk aan de inlener is overgelaten.
Davelaar/Allspan-arrest. Datzelfde geldt voor het tweede vereiste – te weten: de vraag of de werknemer voor de zorg voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk was van de niet-werkgever – zoals dat is genoemd in dit arrest. Smes heeft in dit kader weliswaar gesteld dat zij slechts een papieren tussenpersoon was, maar zij heeft dit verweer niet voorzien van (begin van) enige onderbouwing. Dit verweer strookt ook niet met het feit dat zij stelt dat zij sloopwerk in onderaanneming van J. Bouw heeft aangenomen en dat zij sloopwerk door haar eigen personeel laat uitvoeren. Uit het feit dat Smes sloopwerkzaamheden door eigen personeel (ter plaatse) laat uitvoeren – hetgeen [eiser] ook heeft gedaan – kan afgeleid worden dat zij niet slechts een ‘papieren tussenpersoon’ is, maar daadwerkelijk met personeel én materiaal op de plaats van het arbeidsongeval aanwezig was. Hieruit maakt de kantonrechter de gevolgtrekking dat Smes invloed heeft gehad, althans had kunnen hebben, op de werkomstandigheden en op de daarmee verband houdende veiligheidsrisico’s. [eiser] was voor de zorg voor zijn veiligheid dus (mede) afhankelijk van Smes.
NJ1992/565 en HR 19 december 1997,
NJ1998/271) kan een verwijzing naar algemene voorwaarden op facturen onder omstandigheden meebrengen dat deze voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn, ook indien een partij aanvankelijk geen algemene voorwaarden hanteerde. De vraag of de algemene voorwaarden toepasselijk zijn geworden dient te worden beantwoord aan de hand van de wilsvertrouwensleer van de artikelen 3:33 en 3:35 BW.
“de algemene voorwaarden”van toepassing zijn en dat op deze facturen is opgenomen dat deze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel (KvK) te Rotterdam. Dit betekent naar het oordeel van de kantonrechter echter niet dat deze ‘algemene voorwaarden’ op de overeenkomst tussen Werktalent en Smes van toepassing zijn. Het is namelijk niet bekend welke algemene voorwaarden door Werktalent van toepassing zijn verklaard en onder welk nummer de algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de KvK. In een dergelijk geval, waarbij niet concreet bepaald is
welkealgemene voorwaarden van toepassing zijn en ook
de vindplaatsniet is opgenomen van de algemene voorwaarden, volstaat een verwijzing naar algemene voorwaarden op facturen niet om de conclusie te rechtvaardigen dat Smes (stilzwijgend) heeft ingestemd met de toepasselijkheid van algemene voorwaarden. Het kunnen, met andere woorden, namelijk
allealgemene voorwaarden zijn waarmee Smes heeft ingestemd, mits de algemene voorwaarden maar zijn gedeponeerd bij de KvK te Rotterdam.
de helftvan de schade die Werktalent aan [eiser] dient te vergoeden uit hoofde van het aan [eiser] op 15 oktober 2018 overkomen arbeidsongeval, alsmede dat Smes zal worden veroordeeld tot betaling aan Werktalent van
de helftwaartoe Werktalent in de hoofdzaak ten opzichte van [eiser] wordt veroordeeld (te weten een bedrag van € 5.481,16).
Davelaar/Allspan-arrest. J. Bouw kan daarom niet aansprakelijk worden gehouden voor de schade die Werktalent aan [eiser] dient te vergoeden. De vordering van Werktalent jegens J. Bouw zal dan ook worden afgewezen.