Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de vreemdelingenbewaring van een eiser van Liberiaanse nationaliteit. De eiser was in vreemdelingenbewaring gesteld op 20 maart 2021 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig is bevonden tot het sluiten van het onderzoek in een eerdere uitspraak. De rechtbank heeft zich vervolgens gericht op de vraag of de maatregel van bewaring sinds dat moment nog steeds rechtmatig is. Eiser heeft aangevoerd dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering is en dat zijn medische situatie een reden is om de bewaring op te heffen. De verweerder heeft echter gesteld dat er nog steeds zicht is op uitzetting en dat de medische zorg in het detentiecentrum adequaat is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de medische klachten van eiser onvoldoende zijn onderbouwd en dat de belangenafweging niet in zijn voordeel uitvalt. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.