ECLI:NL:RBDHA:2021:8313

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juli 2021
Publicatiedatum
29 juli 2021
Zaaknummer
C/09/613082 / JE RK 21-1361
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling voor minderjarigen in het kader van jeugdbescherming

Op 29 juli 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de wijziging van de zorgregeling voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak is aanhangig gemaakt door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over de minderjarigen gezamenlijk wordt uitgeoefend door de vader en de moeder, maar dat de kinderen sinds oktober 2020 bij de grootmoeder aan vaderszijde wonen. De eerdere zorg- en opvoedingstaken, vastgesteld bij beschikking van 18 april 2018, zijn niet meer uitgevoerd, wat aanleiding gaf tot het verzoek om wijziging.

Tijdens de zitting op 15 juli 2021 is de situatie van de kinderen besproken, waarbij de vader en de moeder hun standpunten hebben toegelicht. De vader heeft verzocht om een uitbreiding van de omgangsregeling, terwijl de moeder zich beklaagd heeft over de ongelijkheid in de bezoekregeling. De kinderrechter heeft overwogen dat de huidige regeling, waarbij de kinderen elke woensdag vier uur begeleid bezoek met de vader hebben en elke zaterdag videobellen, in het belang van de kinderen is. De kinderrechter heeft besloten om de wijziging van de zorgregeling toe te wijzen, maar heeft geen verdere uitbreiding van onbegeleide bezoeken bij de vader toegestaan, gezien de huidige belasting voor de kinderen.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 20 juli 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/613082 / JE RK 21-1361 en C/09/613084 / JE RK 21-1362
Datum uitspraak: 29 juli 2021

Beschikking van de kinderrechter

Wijziging zorgregeling (ex artikel 1:265g BW)

in de zaak naar aanleiding van de op 7 juni 2021 ingekomen verzoeken van:
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna te noemen: de gecertificeerde instelling),
betreffende:

[minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2009 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige 1] ,
en

[minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2011 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man]

hierna te noemen: de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M.M.G.N.H. Brecht te Den Haag.

[de vrouw]

hierna te noemen: de moeder,
wonende te: [woonplaats] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- de verzoeken, met bijlagen.
- het emailbericht van 8 juli 2021 van de zijde van de WSS, met als bijlage de beschikking
van deze rechtbank van 18 april 2018 onder meer betreffende de verdeling van de zorg- en opvoedtaken.
Op 15 juli 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld, op twee tijdstippen. Daarbij zijn allereerst verschenen:
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
- de vader, bijgestaan door mr. Brech, voornoemd;
- mevrouw [grootmoeder] , de oma vaderszijde;
en vervolgens:
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
- de moeder.
[minderjarige 1] is, vergezeld van de VIG-coach, [coach] , op 15 juli 2021 in raadkamer gehoord.

Feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de vader en de moeder gezamenlijk.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij de grootmoeder vaderszijde.
Bij beschikking van 16 oktober 2018 zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 16 oktober 2021.
De rechtbank heeft bij beschikking d.d. 18 april 2018 de volgende verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld, voor zover relevant:
bepaalt dat voornoemde minderjarigen bij de man zullen zijn om het weekend van vrijdag 17.00 uur tot zondag 17.00 uur.

Verzoek en verweer

De gecertificeerde instelling heeft verzocht de bij beschikking d.d. 18 april 2018 vastgestelde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen en de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt vast te stellen:
de omgang met vader vast te stellen op vier uur volledig begeleid bezoek per week, elke woensdag. Hiernaast acht de WSS JB/JR het in het belang van de kinderen dat er elke zaterdag videobellen plaatsvindt tussen vader en de kinderen, waarbij oma (vz) aanwezig is.
Van de zijde van de gecertificeerde instelling is ter zitting meegedeeld dat de kinderen sinds oktober 2020 volledig bij oma vaderszijde verblijven en dat zij het daar fijn hebben.
De vader was vanwege middelengebruik en persoonlijke problematiek niet meer in staat een heel weekend voor de kinderen te zorgen. Er hebben zich meerdere incidenten voorgedaan, waardoor begeleid bezoek nodig was, dit is al enige tijd vier uren op woensdagmiddag en op zaterdag videobellen. [coach] van VIG begeleidt alle bezoeken. Dit is zo, omdat de gecertificeerde instelling oma vaderszijde daar niet mee wil belasten. Gebleken is dat de vader tijdens de omgangsmomenten geen opvoedtaken op zich neemt, dat doet de oma vaderszijde.
Met de moeder hebben de kinderen eenmaal per veertien dagen op vrijdag twee uren begeleid bezoek en is er op zondag videobellen ingepland. Na de zomervakantie zullen de bezoeken met de moeder worden geëvalueerd en zal worden bekeken of er uitbreiding mogelijk is.
De kinderen hebben de bezoekzoeker ingevuld en vinden de bezoeken en het videobellen zoals het nu is goed.
Het verzoek tot wijziging van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken is nu pas ingediend, omdat de jeugdbeschermer pas afgelopen maart de beschikking van 28 december 2017 (de voorlopige voorziening) heeft ontvangen en pas daarna op de hoogte kwam van de beschikking van 18 april 2018.
Voorts is te kennen gegeven dat wat de gecertificeerde instelling betreft het perspectief van de kinderen duidelijk is, te weten bij oma vaderzijde.
Mr. Brech heeft namens de vader aangevoerd dat uit de bij de verzoeken gevoegde verslagen blijkt dat de bezoeken positief verlopen. Er zijn geen stukken waaruit blijkt dat dit niet zo is. De vader vindt het de beste oplossing dat de kinderen bij zijn moeder wonen, maar wil een uitgebreidere omgangsregeling, deels begeleid en deels onbegeleid.
De vader wil naast de huidige begeleide bezoeken de onbegeleide bezoeken graag bij hem thuis laten plaatsvinden, elk weekend of eenmaal per veertien dagen.
De vader moet elke twee weken een drugs- en alcoholtest doen bij de reclassering en heeft er geen bezwaar tegen dat de jeugdbeschermer ook op de hoogte zal worden gesteld van deze uitslagen.
De vader heeft zelf meegedeeld dat hij inmiddels alleen woont en vrijwilligerswerk doet.
Dat hij een terugval heeft gehad en dat er een en ander is voorgevallen beaamt de vader, maar hij heeft te kennen gegeven alle hulp die hij kan krijgen aan te nemen. De vader heeft aangegeven van de gezinsbehandeling die hij in Harreveld heeft gehad te hebben geleerd, onder behandeling te zijn van een psycholoog en te worden aangemeld voor “beter dan de kick”, wat gericht is op cannabis-en alcoholgebruik. [minderjarige 1] heeft volgens de vader aangegeven graag eens in het weekend bij hem te willen logeren.
Oma vaderszijde heeft meegedeeld dat zij de opvoeding en verzorging van de kinderen goed aankan en dat de omgang al een tijdje op deze wijze verloopt en ook goed gaat. De verhouding met de vader, haar zoon, lijdt er niet onder.
De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij het er niet mee eens is dat de vader vier uren begeleid bezoek per week heeft en zij maar twee uren om de veertien dagen. Zij heeft niet de kans gekregen om zichzelf te bewijzen.

Beoordeling

De kinderrechter beoordeelt of het in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] noodzakelijk is dat een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt vastgesteld.
Daarbij overweegt de kinderrechter in het bijzonder dat aan de regeling die door de rechtbank bij beschikking van 18 april 2018 is vastgesteld al geruime tijd geen uitvoering meer wordt gegeven, omdat de kinderen inmiddels sinds oktober 2020 bij de oma vaderszijde wonen en met de beide ouders een bezoekregeling hebben.
De bezoekregeling met de vader is op dit moment een begeleide bezoekregeling elke woensdag vier uur. Deze bezoekregeling wordt begeleid door [coach] een coach van het VIG. Ook is er op zaterdag een videobelmoment met de vader, waar oma bijzit.
Met de moeder hebben de kinderen op vrijdag twee uren begeleid bezoek en op zondag een videobelmoment.
Naar het oordeel van de kinderrechter is er reden om het verzoek tot wijziging van de zorg- en opvoedingstaken toe te wijzen zoals verzocht, omdat dit een bevestiging van de huidige regeling is. De kinderrechter is echter van oordeel dat een verdere uitbreiding met onbegeleide bezoeken bij de vader thuis thans niet aan de orde is. De huidige regeling is al erg belastend voor de kinderen en zij hebben zelf ook aangeven dat dit voldoende is.
Het is aan de gecertificeerde instelling om te bezien of verdere uitbreiding van de regeling met de vader mogelijk is en of dit ook een nachtje logeren kan zijn.
Ook dient de gecertificeerde instelling te onderzoeken of de omgangsregeling met de moeder kan worden uitgebreid. De vader en de moeder hebben beiden het gezag en de regeling moet worden gelijk getrokken.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter - met wijziging in zoverre van de beschikking d.d. 18 april 2018 van de rechtbank -:
bepaalt dat de minderjarigen:
- [minderjarige 1],geboren op [geboortedag 1] 2009 te [geboorteplaats] ,
-
[minderjarige 2]geboren op [geboortedag 2] 2011 te [geboorteplaats] ,
elke woensdag vier uur volledig begeleid bezoek met hun vader zullen hebben;
bepaalt dat de minderjarigen elke zaterdag met hun vader zullen videobellen, waarbij oma vaderszijde aanwezig zal zijn.
en verklaart deze regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2021 door mr. A.J. Japenga, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. de Witte als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 juli 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.