3.4.1Dagvaarding I; de feiten 1, 2, 4, 5, 6 en 7
De feiten 1 en 2: de bewijsmiddelen
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat op 14 januari 2021 te 04.21 uur zijn oude damesfiets die op het erf voor de schuur van zijn woning aan de [adres 2] in Hillegom stond, is gestolen. De fiets stond niet op slot. Van deze diefstal zijn camerabeelden aanwezig die door [slachtoffer 1] aan de politie zijn overhandigd.
Een verbalisant heeft de camerabeelden bekeken. Op de beelden is te zien dat er op de oprit naar de woning aan de [adres 2] te Hillegom twee fietsen gestald staan. Korte tijd later komt een man de oprit oplopen. Hij loopt direct naar de damesfiets toe en loopt weg met deze fiets. De verbalisant omschrijft de kleding die de man aan had, als volgt: een donkerkleurig trainingsbroek van het merk Adidas met drie lichtkleurige verticale strepen op de zijkant van de broek, een donkerkleurige vest met een capuchon met op de linker voorzijde een lichtkleurig onbekend merkteken/vignet en op de rechterachterzijde (schouderblad) eveneens een lichtkleurig onbekend merkteken/vignet en lichtkleurige sneakers van het merk Adidas met drie donkerkleurige verticale strepen op zijkant van de schoenen.Drie verbalisanten hebben de manspersoon op de beelden herkend als de verdachte.
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij op 13 januari 2021 om 17.00 uur zijn bedrijfsauto, die eigendom is van zijn werkgever [slachtoffer 2] , heeft geparkeerd op een parkeerplek tegenover de [adres 3] te Hillegom. Op 14 januari 2021 om 7.00 uur zag hij dat er uit de bedrijfsauto een laser van het merk Dewalt, boormachines van het merk Makita, accu’s van het merk Makita, een slijptol, accu opladers en diverse koffers met daarin meerdere kleine handgereedschappen waren weggenomen.
Op de koffers met kleine gereedschappen stonden met een zwarte stift respectievelijk “9mm50”, “ [naam 1] ” en “ [naam 2] ” geschreven. Voornoemde goederen zijn ook eigendom van zijn werkgever [slachtoffer 2]
Op donderdag 14 januari 2020 omstreeks 8.25 uur kreeg een verbalisant de melding dat er gereedschapskisten zouden zijn gevonden op het parkeerterrein aan de [adres 4] te Hillegom. Ter plaatse zag de verbalisant dat de goederen verspreid over de eerste drie parkeerplaatsen direct naast [adres 4] lagen. De aangetroffen goederen betroffen onder andere:
- Kleine zwarte koffer Merk 'DeWalt' met als inhoud een soort accu/laser. Op de accu/laser zat een sticker van [slachtoffer 2] .
- Een lege groene gereedschapskist van het merk Makita. Op de kist stond met een zwarte stift “ [naam 2] ” geschreven.
- Een volle groene gereedschapskist van het merk Makita. Op de kist stond met een zwarte stift “ [naam 1] ” geschreven.
- Een groene open bak met diverse stukken gereedschap. Op de voorzijde van de kist stond met zwarte stift geschreven “9 mm 50”. In de bak zat een haakse slijptol. Op de slijptol en op de kist zat een sticker van [slachtoffer 2] .
- Een plastic tas van de “New Yorker”.
Op de camerabeelden van de speeltuin aan de [adres 5] te Hillegom is te zien dat op 14 januari 2021 te 3.15.45 uur een man in beeld komt. Een verbalisant heeft deze man herkend als dezelfde persoon op de camerabeelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] op 14 januari 2021, te weten de verdachte.
Op de camerabeelden van de [adres 6] te Hillegom is te zien dat op 14 januari 2021 te 3.36.07 uur een man in beeld komt lopen. Deze man loopt over de rijbaan en heeft twee tassen bij zich. In zijn linkerhand draagt hij een meerkleurige tas met onder andere de kleuren oranje/rood/wit en in zijn rechterhand een gele tas. Hij loopt door het beeld heen en verdwijnt links bijna uit beeld. Daar stopt en bukt hij.
Een verbalisant heeft deze man herkend als dezelfde persoon op de camerabeelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] op 14 januari 2021, te weten de verdachte.
Op de camerabeelden van de [adres 7] te Hillegom is te zien dat op 14 januari 2021 te 4.00.26 uur een man de carport in komt lopen. Hij heeft een zaklamp in zijn rechterhand en schijnt daarmee in de auto die onder de carport geparkeerd staat. Nadat hij in de auto heeft geschenen, loopt hij de carport weer uit en verdwijnt hij uit beeld.
Een verbalisant heeft deze man herkend als dezelfde persoon op de camerabeelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] op 14 januari 2021, te weten de verdachte.
De verdachte had ten tijde van zijn aanhouding twee tassen met kleding meegenomen.
In deze tassen zaten onder andere de navolgende kledingstukken:
- Donkerblauwkleurige trainingsbroek van het merk Lacoste met een witte streep die aan de buitenkant van beide broekspijpen loopt vanaf de broeksrand tot aan de enkels. Daarnaast is een logo van Lacoste te zien net onder de broeksrand.
- Zwartkleurige joggingbroek van het merk Nike met het witte Nike logo ter hoogte van de linker zak.
- Zwartkleurige vest van het merk Nike met capuchon met het witte Nike logo ter hoogte van de linker borst.
- Zwartkleurige trui van het merk Adidas met capuchon met de grote Adidas letters op de borst. Ook zijn er 3 witte strepen zichtbaar vanaf de schouder over de gehele lengte van beide armen.
- Zwartkleurige schoenen van het merk Nike. Aan de zijkanten van beide schoenen is een wit Nike logo zichtbaar. De zolen zijn wit van kleur. Bij de hiel zit een grijs vlak met daarop de grijze tekst Air Max.
- Donkerblauwkleurige slippers van het merk Adidas met drie witte strepen op de bovenkant van de slippers.
- Beigekleurige jas van het merk Napapijri met het logo van Napapijri op de borst met daaronder een vlag van het land Noorwegen.
Tijdens een doorzoeking in de woning van de verdachte op 13 april 2021 werden de navolgende goederen aangetroffen:
- Nike schoenen met de kleuren wit, grijs en zwart. De buitenkant van de schoenen is voorzien van een wit Nike logo.
- Nike schoenen, wit van kleur. De buitenkant van de schoenen is voorzien van een wit Nike logo.
- Nike schoenen, zwart van kleur. De buitenkant van de schoenen is voorzien van een zwart Nike logo.
- Nike schoenen, wit van kleur. De buitenkant van de schoenen is voorzien van een wit Nike logo.
- Adidas schoenen, wit van kleur. De buitenkant van de schoenen is voorzien van drie zwarte strepen. De achterkant van de schoen is voorzien van de tekst “Adidas” in een zwarte kleur.
- Adidas schoenen, zwart van kleur. De buitenkant van de schoenen is voorzien van drie witte strepen.
- Twee paar slippers, te weten blauwe slippers van een onbekend merk met witte strepen op de bovenkant en zwarte teenslippers van het merk Armani.
- Vest met capuchon, grijs van kleur.
- Adidas vest, donkerblauw van kleur met het witte logo van Adidas op de linkerborst en drie witte strepen aan de zijkant van de gehele lengte van de mouwen.
- Lacoste jas, donkerblauw van kleur en op schouderhoogte rood van kleur met het logo van Lacoste op de linkerborst.
- The North Face jas met capuchon, zwart van kleur, met het witte The North Face logo op de linker borst.
- Nike vest met capuchon met het donkerblauw Nike logo op de linkerborst. De capuchon en mouwen zijn donkerblauw van kleur en de torso is lichtgrijs van kleur.
De feiten 1 en 2: beoordeling van de tenlastelegging
De verdachte is door drie verbalisanten herkend als de persoon op de beelden bij de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] . De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de herkenningen door deze verbalisanten. De beschikbare camerabeelden en de foto’s van de camerabeelden zijn van een zodanige kwaliteit dat herkenning van een persoon daarvan mogelijk is. De beelden zijn scherp, waarbij het gezicht, het postuur en de kleding van de persoon op de beelden goed zijn waar te nemen. De verbalisanten hebben verklaard dat zij eerder meerdere malen ambtshalve contact met de verdachte hebben gehad. Voorts hebben de verbalisanten gedetailleerd omschreven aan welke gezichts- en lichaamskenmerken zij de verdachte hebben herkend. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de herkenningen door de verbalisanten voldoende betrouwbaar zijn. Voorts werd bij de verdachte tijdens zijn aanhouding en tijdens een doorzoeking in zijn woning soortgelijke kleding aangetroffen als de kleding van de persoon op de beelden.
De rechtbank gaat daarom ervanuit dat de verdachte de persoon is die de fiets van [slachtoffer 1] heeft weggenomen.
Op het parkeerterrein aan de [adres 4] te Hillegom werden diverse goederen aangetroffen die in dezelfde nacht waren gestolen uit het voertuig van [slachtoffer 3] . Uit diverse camerabeelden blijkt dat een persoon op 14 januari 2021 in de nacht in de directe omgeving van de [adres 4] zich verdacht heeft gedragen. Deze persoon droeg ook een meerkleurige tas met onder andere de kleuren oranje/rood/wit. Een soortgelijke plastic tas werd ook bij de gestolen goederen van [slachtoffer 3] op het parkeerterrein aan de [adres 4] aangetroffen. Diverse verbalisanten hebben deze persoon herkend als dezelfde persoon op de camerabeelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] .
De rechtbank ziet geen aanleiding om aan deze herkenningen te twijfelen. De beschikbare camerabeelden en de foto’s van de camerabeelden zijn van een zodanige kwaliteit dat vergelijking met de persoon op de beelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] mogelijk is.
Gelet op het vorenstaande – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank de bij dagvaarding I onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat de rechtbank ten aanzien van dagvaarding I feit 2 niet wettig en overtuigend bewezen acht dat deze diefstal middels braak, verbreking of inklimming heeft plaatsgevonden. De verdachte zal van die onderdelen in de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Feit 4: De bewijsmiddelen
[slachtoffer 5] heeft verklaard dat hij op 28 maart 2021 omstreeks 17.00 uur zijn auto van het merk DS4 met het [kenteken 1] met de neus gericht naar de weg heeft geparkeerd op de oprit van zijn woning aan de [adres 8] te Hillegom. Nadat hij was uitgestapt, heeft hij zijn auto afgesloten met de afstandsbediening. Op 29 maart 2021 te 4.30 uur zag de vrouw van [slachtoffer 5] dat de verlichting van de auto brandde en dat het bestuurdersportier op een kier openstond. Uit het middenconsole is een portemonnee met daarin ongeveer dertig euro aan losgeld weggenomen. Door [slachtoffer 5] zijn de camerabeelden van zijn buurman aan de [adres 9] te Hillegom overgelegd aan de politie.
Op de camerabeelden is te zien dat op 29 maart 2021 te 2.49.02 een man in beeld komt lopen achterin de parkeerplaats. Hij loopt naar diverse geparkeerde voertuigen en voelt aan de portieren. Hij loopt vervolgens vanaf de parkeerplaats aan de overzijde over het trottoir. De man heeft donkere bovenkleding, een donkere broek en slippers met witte strepen aan. De man loopt vanaf de weg naar de auto die geparkeerd staat op eigen terrein aan de overzijde. Dit betreft een hoekwoning. De man loopt langzaam naar de auto, zijnde een grijze DS die met zijn neus in de richting van de openbare weg staat. De man loopt naar de bestuurderszijde en reikt met zijn linkerarm naar de auto. Er komt blauw licht uit de auto. Het portier wordt door de man geopend. Hij leunt voorover de auto in. In de auto is ook een wit lichtschijnsel te zien aan de passagierszijde. De man doet daarna het portier dicht, terwijl hij om zich heen kijkt. Vervolgens loopt de man via het trottoir en de parkeerplaats uit beeld.
Een verbalisant heeft deze man herkend als dezelfde persoon op de camerabeelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] op 14 januari 2021, te weten de verdachte.
Op 30 maart 2021 werd bij de politie melding gemaakt van verdachte omstandigheden aan de [adres 10] in Hillegom. De melder had camerabeelden, in eigen beheer, uitgekeken en gezien dat er een persoon was vastgelegd in de nacht van 29 maart 2021. Een verbalisant heeft deze beelden bekeken en zag dat op 29 maart 2021 rond 2.41, dan wel 3.41 uur (het is niet duidelijk geworden of de aangeduide tijd zomer- of wintertijd betreft) een manspersoon zich verdacht gedroeg bij een aantal voertuigen.
De man droeg een zwarte jas/jack met lichtkleurig merk op linker borst, een zwarte broek met lichtkleurig logo op linker broekspijp aan de bovenzijde en zwarte schoeisel met lichtkleurige streep over de wreef, mogelijk een badslipper. Een verbalisant heeft deze man herkend als dezelfde persoon op de camerabeelden van de diefstal uit de auto van [slachtoffer 5] . De [adres 10] en de [adres 9] liggen op steenworp afstand van elkaar.
Door de bewoner van de woning aan de [adres 11] te Hillegom werden camerabeelden van 29 maart 2021 van 2.04.42 uur tot 6.03.04 uur verstrekt.
Op de beelden is te zien dat een persoon van linksboven in beeld komt lopen en zich richt tot de auto die op de hoek van de straat geparkeerd staat. De persoon loopt in het midden van de straat door tot aan de hoek van de straat. Hij kijkt de straat in en keert zich om. De persoon loopt een stukje terug en loopt vervolgens tussen twee geparkeerde auto’s in, die zijdelings in de parkeervakken staan geparkeerd. De persoon loopt tussen de auto’s vandaan en steekt vervolgens schuin de straat over in de richting van de twee geparkeerde auto’s op de oprit. Hij kijkt opvallend naar links, voordat hij tussen de auto’s de oprit oploopt. De man haalt zijn rechterhand uit zijn rechterbroekzak en houdt in zijn hand een inwerking zijnde lamp vast. Hij schijnt met de lamp door de ruit van het voorportier van een van de auto’s. Hij draait zich vervolgens om naar de andere auto. Hij schijnt in de auto en voelt met zijn linkerhand aan het voorportier. Hij verdwijnt vervolgens voor de auto langs rechts uit beeld. De persoon betreft een man met kort donker haar, draagt een zwarte jas met capuchon met op de voorzijde ter hoogte van de linker borstvlak een wit logo, een donkere joggingbroek en slippers met horizontale witte strepen bekend van het merk Adidas.
Een verbalisant heeft deze man herkend als dezelfde persoon op de camerabeelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] op 14 januari 2021, te weten de verdachte.
Feit 4: Beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan herkenningen van de verbalisanten dat de persoon op de beelden, dezelfde persoon betreft als de persoon op de camerabeelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] op 14 januari 2021. De beschikbare camerabeelden en de foto’s van de camerabeelden zijn van een zodanige kwaliteit dat vergelijking met de persoon op de beelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] mogelijk is. Voorts werd, de rechtbank verwijst daarbij naar de bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1 en 2, bij de verdachte tijdens zijn aanhouding en tijdens een doorzoeking in zijn woning soortgelijke kleding aangetroffen als de kleding van persoon op de beelden. Ook past de handelswijze van de verdachte bij de modus operandi bij het reeds bewezenverklaarde feit 2. Beide feiten hebben ook in Hillegom plaatsgevonden.
Gelet op het vorenstaande – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank het bij dagvaarding I onder 4 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen acht dat deze diefstal middels inklimming heeft plaatsgevonden. De verdachte zal van dat onderdeel in de tenlastelegging worden vrijgesproken.
De feiten 5, 6 en 7: de bewijsmiddelen
[slachtoffer 7] heeft verklaard dat zij op 5 januari 2021 te 23.00 uur haar auto van het merk Volkswagen, type Touran met het [kenteken 2] heeft geparkeerd op de [adres 12] te Hillegom. Op 6 januari 2021 te 7.00 uur zag zij dat de deuren van haar auto niet goed gesloten waren en dat er een Apple Air Pods en een zonnebril van het merk Ray Ban uit haar auto waren weggenomen.
[slachtoffer 8] heeft verklaard dat zij op 5 januari 2021 te 18.00 uur haar auto van het merk Citroën, type C1 met het [kenteken 3] heeft geparkeerd op de [adres 13] te Hillegom. Op 6 januari 2021 te 9.00 uur zag zij dat de deuren van haar auto niet goed gesloten waren en dat er een zonnebril van het merk Ray Ban en kleingeld uit haar auto waren weggenomen.
[slachtoffer 9] heeft verklaard dat hij op 5 januari 2021 omstreeks 23.00 uur zijn auto van het merk Volkswagen, type Touran met het [kenteken 4] heeft geparkeerd op de oprit van zijn woning aan de [adres 12] te Hillegom met de neus van de auto richting de woning. [slachtoffer 9] had zijn auto toen niet afgesloten. Toen hij op 6 januari 2021 omstreeks 6.00 uur bij zijn auto kwam, zag hij dat het portier van de bestuurderskant op een kier stond. Ook stond het dashboardkastje open.
Uit zijn auto waren een vest van het merk Nike, een bodywarmer van het merk Parajumper en een zonnebril van het merk: Ray Ban weggenomen.
Door de bewoner van de woning aan de [adres 11] te Hillegom werden camerabeelden verstrekt. Het betroffen onder andere beelden van 6 januari 2021 van 3.07.44 uur tot 3.08.30 uur. De camera hangt aan een gevel en filmt vanaf de gevel op een oprit waar twee voertuigen geparkeerd staan. Op de beelden is te zien dat er een manspersoon door het beeld loopt langs geparkeerd staande voertuigen die op de openbare weg staan geparkeerd. De man loopt in de richting van de oprit en brengt een zaklamp in werking die hij in zijn hand draagt. Hij schijnt met de zaklamp door het voorportierraam van een auto die op de oprit staat geparkeerd. De man loopt daarna weer weg. De man is gekleed in een donkere jas met capuchon met op de linker borstvlak een wit logo. De man draagt witte schoenen. Een verbalisant heeft deze man herkend als dezelfde persoon op de camerabeelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] op 14 januari 2021, te weten de verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de mobiele telefoon van de verdachte blijkt dat de telefoon in de nacht van 5 op 6 januari 2021 diverse malen de zendmasten aan de [adres 14] en op de [adres 15] te Hillegom heeft aangestraald. Ook wordt een keer de zendmast aan de [adres 16] te Lisse aangestraald. De zendmast op de [adres 15] staat hemelsbreed op ongeveer 500 meter, de zendmast op de [adres 14] op ongeveer 1500 meter en de zendmast op de [adres 16] op ongeveer 4000 meter van de [adres 11] .
De feiten 5, 6 en 7: beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan herkenning van de verbalisanten dat de persoon op de beelden, dezelfde persoon betreft als de persoon op de camerabeelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] op 14 januari 2021. De beschikbare camerabeelden en de foto’s van de camerabeelden zijn van een zodanige kwaliteit dat vergelijking met de persoon op de beelden van de diefstal van de fiets van [slachtoffer 1] mogelijk is. Voorts werd, de rechtbank verwijst daarbij naar de bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1 en 2, bij de verdachte tijdens zijn aanhouding en tijdens een doorzoeking in zijn woning soortgelijke kleding aangetroffen als de kleding van persoon op de beelden. Ook passen deze feiten en hetgeen is waargenomen op de camerabeelden bij de modus operandi bij de reeds bewezenverklaarde feiten 2 en 4. De verdachte gaat midden in de nacht op zoek naar auto’s die mogelijk niet op slot staan en neemt goederen uit deze auto’s weg. Voorts hebben al deze feiten in dezelfde buurt in Hillegom plaatsgevonden. Tevens heeft de mobiele telefoon van de verdachte in die nacht diverse zendmasten in de buurt van de [adres 11] aangestraald. Gelet op het vorenstaande – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank het bij dagvaarding I onder 5, 6, en 7 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen acht dat deze diefstallen middels braak, verbreking of inklimming hebben plaatsgevonden. De verdachte zal van die onderdelen in de tenlastelegging worden vrijgesproken.