Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.ZUIDELIJKE LAND EN TUINBOUWORGANISATIE,
[eiseres 2], te [plaats 1],
[eiseres 3], te [plaats 2],
[eiseres 4], te [plaats 3],
[eiser 5a],
[eiser 5b], beiden te [plaats 4]
[eiser 6a],te [plaats 5],
[eiser 6b],te [plaats 6]
[eiser 7], te [plaats 7],
[eiser 8], te [plaats 8],
[eiser 9], te [plaats 9],
[eiser 10],te [plaats 10],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 december 2020 (hierna: het tussenvonnis);
- de akte uitlating na vonnis tevens wijziging van eis van 10 februari 2021 in de hoofdzaak van ZLTO c.s;
- de antwoordakte uitlating na tussenvonnis tevens antwoordakte wijziging van eis in de hoofdzaak van 24 maart 2021 van de Provincie;
- de antwoordakte van 19 mei 2021van ZLTO c.s.
2.De verdere beoordeling
De gewijzigde vordering tegen regelwijziging 2
primair: artikel 2.66 en artikel 2.67 inclusief Bijlage 2 “Technische eisen huisvestingsysteem” van de Wijziging IOV – regelwijziging 2 wegens onverbindendheid buiten werking te stellen, alsmede de Provincie te veroordelen zich te onthouden van handelingen en gedragingen die op de werking van voornoemde artikelen zijn gegrond, met name het uitvoeren of doen uitvoeren daarvan;
subsidiair: artikel 2.66 en artikel 2.67 inclusief Bijlage 2 “Technische eisern huisvestingsysteem” van de Wijziging IOV – regelwijziging 2 wegens onverbindendheid buiten werking te stellen, in dier voege dat de Provincie er toe wordt veroordeeld – tot het moment dat een afdoende schaderegeling voor de door Wijziging IOV – regelwijziging 2 gedupeerde veehouders is getroffen – zich te onthouden van handelingen en gedragingen die op de werking van voornoemde artikelen zijn gegrond, met name het uitvoeren of doen uitvoeren daarvan, zulks met veroordeling van de Provincie om voorafgaand aan de vaststelling van de schaderegeling in constructief overleg te treden met eisers voor wat betreft inhoud, omvang en reikwijdte van deze schaderegeling;
meer subsidiair: artikel 2.66 en artikel 2.67 inclusief Bijlage 2 “Technische eisen huisvestingssystemen” van de Wijziging IOV – regelwijziging 2 jegens eisers wegens onverbindendheid buiten werking te stellen, alsmede de Provincie Noord-Brabant jegens eisers te veroordelen zich te onthouden van handelingen en gedragingen die op de werking van voornoemde artikelen zijn gegrond, met name het uitvoeren of doen uitvoeren daarvan,
nog meer subsidiair: artikel 2.66 en artikel 2.67 inclusief Bijlage 2 “Technische eisen huisvestingssystemen” van de Wijziging IOV – regelwijziging 2 jegens eisers wegens onverbindendheid buiten werking te stellen, in dier voege dat de Provincie er toe wordt veroordeeld – tot het moment dat een afdoende schaderegeling voor de door de IOV gedupeerde veehouders is getroffen – zich jegens eisers te onthouden van handelingen en gedragingen die op de werking van voornoemde artikelen zijn gegrond, met name het uitvoeren of doen uitvoeren daarvan, zulks met veroordeling van de Provincie om voorafgaand aan de vaststelling van de schaderegeling in constructief overleg te treden met eisers voor wat betreft de inhoud, omvang en reikwijdte van deze schaderegeling.
op regelniveau. In r.o. 2.9. van het tussenvonnis heeft de rechtbank echter al overwogen dat voor de fair balance test op regelniveau geen aanleiding bestaat: regelwijziging 2 brengt een versoepeling mee van de voor veehouders geldende verplichtingen ten opzichte van de artikelen 2.66 en 2.67 IOV, die in de beoordeling in het tussenvonnis van 15 juli 2020 (r.o. 4.122) de fair balance test op regelniveau hebben doorstaan. Deze vorderingen zal de rechtbank dus afwijzen.
- eiseres 2 heeft geen continuïteitsperspectief;
- brongerichte huisvestingssystemen zijn de komende jaren niet beschikbaar;
- de milieuwinst in de vorm van verminderde depositie is minimaal: 0,93 mol/ jaar/ ha op dichtstbijzijnde habitat in Natura 2000 gebied;
- eiseres 2 komt niet aanmerking voor flankerend beleid.
- brongerichte huisvestingssystemen geschikt voor geiten zijn niet beschikbaar, terwijl luchtwassers niet geschikt zijn voor geiten en in het bedrijf van eiseres 4 zeer lastig in te passen;
- eiseres 4 levert een geringe bijdrage aan de depositie op Natura 2000 gebieden;
- eiseres 4 komt niet in aanmerking voor flankerend beleid. Zij heeft overigens het voornemen het bedrijf in de huidige vorm voort te zetten.
- eisers 5 hebben geen continuïteitsperspectief;
- eisers 5 zouden graag de stallen 1 en 2 willen slopen en een nieuwe innovatieve stal terug willen bouwen met toepassing van integrale emissiereducerende systemen in combinatie met mestverwaarding. Brongerichte huisvestingssystemen zijn de komende jaren echter niet beschikbaar. Eisers 5 hebben geen andere keuze dan het plaatsen van luchtwassers;
- de milieuwinst in de vorm van verminderde depositie houdt in: van 4,15 mol ha/jaar naar 0,97 mol depositie ha/ jaar op habitattype zwakgebufferde vennen in het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied. Gemiddeld genomen neemt de depositie op habitattype zwakgebufferde vennen af van 1,07 mol ha/jaar naar 0,32 mol ha/jaar;
- eisers 5 komen niet aanmerking voor flankerend beleid.
- de investeringen zijn zo hoog dat deze niet kunnen worden gedaan en niet terugverdiend kunnen worden. Jaarkosten en financieringslast maken dat de geldstroom onvoldoende is om aan alle financiële verplichtingen te voldoen;
- de milieuwinst in de vorm van verminderde depositie in Natura 2000 gebieden is minimaal;
- brongerichte reducerende technieken zijn niet voorhanden, eisers 6 hebben geen keuze;
- eisers 6 zijn niet gebaat met flankerend beleid. Zij hebben zich aangemeld voor de saneringsregeling varkenshouderij, maar kwamen niet in aanmerking.