ECLI:NL:RBDHA:2021:8249
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige verklaringen over seksuele geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juni 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Gambiaanse nationaliteit, heeft op 3 september 2020 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij stelt dat hij homoseksueel is en daardoor problemen ondervindt in zijn land van herkomst. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag echter afgewezen, omdat de verklaringen van eiser over zijn seksuele geaardheid als ongeloofwaardig werden beschouwd. Tijdens de zitting op 17 juni 2021 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk en een getuige gehoord.
De rechtbank heeft overwogen dat de verklaringen van eiser over zijn seksuele geaardheid tegenstrijdig en summier zijn. Eiser heeft wisselend verklaard over het moment waarop hij zich bewust werd van zijn geaardheid en heeft onvoldoende overtuigende verklaringen gegeven over zijn relaties en de problemen die hij in Gambia zou ondervinden. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris op goede gronden heeft geoordeeld dat de aanvraag ongegrond is. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat hij in Gambia daadwerkelijk problemen ondervindt vanwege zijn seksuele geaardheid. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding om de staatssecretaris op te dragen eiser aanvullend te horen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week na bekendmaking hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.