ECLI:NL:RBDHA:2021:8227
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek tot echtscheiding wegens ontbreken huwelijksakte
Op 4 augustus 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van een verzoek tot echtscheiding. Het verzoek was ingediend door de vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N. Brands, en betrof een echtscheiding met nevenvoorzieningen. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 16 juli 2020, maar de vrouw was verplicht om een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte en een ouderschapsplan binnen een bepaalde termijn te overleggen. Ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank om deze documenten aan te leveren, is de huwelijksakte niet tijdig overgelegd.
De vrouw heeft aangevoerd dat zij afhankelijk is van de man voor het verkrijgen van de huwelijksakte en dat zij, vanwege haar analfabetisme en de coronamaatregelen, niet in staat was om de benodigde documenten te verkrijgen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vrouw meer dan een jaar de tijd heeft gehad om de stukken te verzamelen en dat de omstandigheden die zij aanvoert niet voldoende zijn om de termijn te verlengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen klemmende redenen zijn om af te wijken van de vereiste overlegging van de documenten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot echtscheiding, omdat zij niet heeft voldaan aan de vereisten voor het indienen van een dergelijk verzoek. Deze beslissing is genomen door rechter mr. H.M. Boone, bijgestaan door griffier A.M.C. Guit-van den Berg, tijdens de openbare terechtzitting op 4 augustus 2021.