ECLI:NL:RBDHA:2021:8210
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2021 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 17 mei 2021 een besluit ontvangen waarin zijn asielaanvraag werd afgewezen. Tegen dit besluit heeft eiser beroep ingesteld, maar op de zitting op 15 juli 2021 is eiser, samen met zijn gemachtigde, niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 2 juni 2021 de asielopvang heeft verlaten en dat er sindsdien geen contact meer is geweest tussen eiser en zijn gemachtigde. De gemachtigde heeft verklaard dat hij eiser op de hoogte heeft gesteld van de zitting, maar geen reactie heeft ontvangen. Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de internationale bescherming die hij eerder in Nederland zocht. Hierdoor heeft hij geen belang meer bij de beoordeling van zijn beroep.
De rechtbank heeft het beroep van eiser dan ook niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter K.M. de Jager in aanwezigheid van griffier M.Ch. Grazell. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.