ECLI:NL:RBDHA:2021:8210

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 juli 2021
Publicatiedatum
28 juli 2021
Zaaknummer
NL21.7586
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2021 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 17 mei 2021 een besluit ontvangen waarin zijn asielaanvraag werd afgewezen. Tegen dit besluit heeft eiser beroep ingesteld, maar op de zitting op 15 juli 2021 is eiser, samen met zijn gemachtigde, niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 2 juni 2021 de asielopvang heeft verlaten en dat er sindsdien geen contact meer is geweest tussen eiser en zijn gemachtigde. De gemachtigde heeft verklaard dat hij eiser op de hoogte heeft gesteld van de zitting, maar geen reactie heeft ontvangen. Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de internationale bescherming die hij eerder in Nederland zocht. Hierdoor heeft hij geen belang meer bij de beoordeling van zijn beroep.

De rechtbank heeft het beroep van eiser dan ook niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter K.M. de Jager in aanwezigheid van griffier M.Ch. Grazell. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.7586
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.J. Bronsveld),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 17 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, samen met de zaak NL21.7587, op 15 juli 2021 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Uit dossierinformatie blijkt dat eiser op 2 juni 2021 de asielopvang heeft
verlaten. De gemachtigde van eiser heeft verklaard dat zijn laatste contact met eiser heeft
plaatsgevonden kort voor 2 juni 2021. Hij heeft tevens verklaard dat hij eiser geïnformeerd heeft dat de behandeling van zijn zaak op 15 juli 2021 zal plaatsvinden, maar heeft daar geen reactie van eiser op ontvangen. Eiser heeft na het verlaten van de opvang evenmin contact gezocht met zijn gemachtigde.
2. Uit deze feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de eerder door hem in Nederland gezochte internationale bescherming, en hij derhalve geen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep.
3. Het beroep is niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2021 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. M.Ch. Grazell, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.