Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 20 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/3126. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D.W. Beemers, had verzocht om een voorlopige voorziening, inhoudende dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de uitzetting van verzoeker achterwege zou laten totdat er op het beroep in de procedure met zaaknummer AWB 20/3125 was beslist. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening te treffen, omdat er op 14 juli 2021 al op het beroep was beslist. Dit betekent dat het verzoek kennelijk ongegrond is en daarom wordt afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 20 juli 2021. De beslissing van de voorzieningenrechter is dat het verzoek wordt afgewezen, wat inhoudt dat de uitzetting van verzoeker kan doorgaan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier. De uitspraak is geanonimiseerd gepubliceerd, en een afschrift is verzonden. De zaak betreft bestuursrecht en vreemdelingenrecht, en is geregistreerd onder het zaaknummer AWB 20/3126.