ECLI:NL:RBDHA:2021:8122

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
27 juli 2021
Zaaknummer
20/3126
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om uitzetting achterwege te laten in het bestuursrecht

Op 20 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/3126. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D.W. Beemers, had verzocht om een voorlopige voorziening, inhoudende dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de uitzetting van verzoeker achterwege zou laten totdat er op het beroep in de procedure met zaaknummer AWB 20/3125 was beslist. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening te treffen, omdat er op 14 juli 2021 al op het beroep was beslist. Dit betekent dat het verzoek kennelijk ongegrond is en daarom wordt afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 20 juli 2021. De beslissing van de voorzieningenrechter is dat het verzoek wordt afgewezen, wat inhoudt dat de uitzetting van verzoeker kan doorgaan.

Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier. De uitspraak is geanonimiseerd gepubliceerd, en een afschrift is verzonden. De zaak betreft bestuursrecht en vreemdelingenrecht, en is geregistreerd onder het zaaknummer AWB 20/3126.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 20/3126
V-nummer: [nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

gemachtigde mr. D.W. Beemers,
tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep in de procedure met zaaknummer AWB 20/3125 te bepalen dat verweerder de uitzetting van verzoeker achterwege dient te laten, totdat op het beroep is beslist.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 14 juli 2021 op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekend gemaakt op 20 juli 2021.
Afschrift verzonden op: