ECLI:NL:RBDHA:2021:8098

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 augustus 2021
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 2714
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning aanloopschaal UHD onvoldoende gemotiveerd

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Den Haag op 3 augustus 2021, gaat het om de toekenning van een aanloopsalarisschaal aan eiseres, Dr. [eiseres], die werkzaam is als universitair hoofddocent human factors & veiligheid (UHD HF&V). Eiseres was eerder militair vlieger en is in 2016 overgestapt naar een burgerfunctie. Bij besluit van 11 juli 2019 is haar de functie UHD HF&V toegewezen met een aanloopsalarisschaal 13, terwijl de functie formeel in salarisschaal 14 is ingedeeld. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze indeling, wat heeft geleid tot een beroep bij de rechtbank.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de commandant van het Defensie Ondersteuningscommando, verweerder in deze zaak, voldoende gemotiveerd heeft waarom eiseres in de aanloopsalarisschaal 13 is geplaatst. De rechtbank oordeelt dat verweerder discretionaire bevoegdheid heeft om ambtenaren in een lagere salarisschaal in te delen indien zij hun functie nog niet in volle omvang vervullen. Eiseres heeft niet overtuigend aangetoond dat zij op het moment van indiensttreding aan alle vereisten voor salarisschaal 14 voldeed.

De rechtbank concludeert dat de indeling in salarisschaal 13 rechtvaardig is, gezien de ontwikkelpunten die door de benoemingsadviescommissie zijn vastgesteld. Eiseres had nog geen ervaring in het begeleiden van promovendi en had ontwikkelpunten op het gebied van managementkwaliteiten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/2714

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 augustus 2021 in de zaak tussen

Dr. [eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. T.A. van Helvoort),
en

de commandant Defensie Ondersteuningscommando, verweerder

(gemachtigden: mr. B. Rikhof en mr. drs. A.J. Verdonk).

Procesverloop

Bij besluit van 11 juli 2019 (het primaire besluit) is aan eiseres de functie ‘universitair hoofddocent human factors & veiligheid’ (hierna: UHD HF&V) opgedragen waarbij aan eiseres met ingang van 1 juli 2019 salarisschaal 13 is toegekend.
Bij besluit van 25 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen de salarisschaal ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft een reactie op het verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden door middel van een beeldverbinding (Skype) op 20 juli 2021. Hieraan hebben deelgenomen eiseres en haar gemachtigde en de gemachtigden van verweerder.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. De functie UHD HF&V is formeel ingedeeld in salarisschaal 14. Partijen verschillen van mening of verweerder ten aanzien van eiseres een aanloopsalarisschaal 13 mocht toepassen.
Wat ging aan het bestreden besluit vooraf?
2.1.
Eiseres, voorheen militair vlieger, is in 2016 overgestapt naar een burgerfunctie in salarisschaal 12, te weten van universitair docent aan de Faculteit Militaire Wetenschappen (FMW) van de Nederlandse Defensie Academie. Vanuit deze functie heeft zij begin 2019 gesolliciteerd naar de functie UHD HF&V bij de FMW. Eiseres is (na drie selectierondes) als de meest geschikte kandidaat voor deze functie geselecteerd door de benoemingsadviescommissie (BAC). De BAC heeft ten aanzien van eiseres het advies uitgebracht om indien besloten zou worden de functie aan eiseres toe te wijzen, met eiseres een ontwikkeltraject af te spreken.
2.2.
Bij brief van 4 juni 2019 zijn aan eiseres de voorwaarden tewerkstelling aangeboden. Daarin is, naar aanleiding van het gehouden sollicitatiegesprek, aangegeven dat aan eiseres een ontwikkel-window van 3 jaar wordt aangeboden, waarin aantoonbare wetenschappelijke output en functioneren in het kader van bestuurlijke taken doorontwikkeling van schaal 13 naar schaal 14 moeten ondersteunen.
Eiseres heeft de brief van 4 juni 2019 ‘voor gezien’ ondertekend.
In het primaire besluit is voor de gemaakte afspraken met betrekking tot de plaatsing verwezen naar de brief van 4 juni 2019.
Wat stelt eiseres in beroep?
3. Eiseres is – nadat zij het afgesproken ontwikkeltraject succesvol heeft doorlopen – per 1 september 2020 ingeschaald in salarisschaal 14, maar vindt dat zij in deze salarisschaal per 1 juli 2019 had moeten worden ingeschaald omdat zij de functie UHD HF&V toen al volledig en in volle omvang uitvoerde. Verweerder heeft in het bestreden besluit niet aangegeven welke niveau-onderscheidende taken van de functie door eiseres niet bij de indiensttreding werden uitgevoerd. Eiseres bestrijdt ten zeerste dat zij na toekenning van de functie een ontwikkeltraject nodig had. Bovendien heeft verweerder in het verleden in soortgelijke situaties een aantal collega’s wel direct in salarisschaal 14 geplaatst.
Wat zijn de regels?
4.1.
Ingevolge artikel 8, eerste lid, van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie (hierna: IBBAD) bepaalt het hoofd defensieonderdeel de salarisschaal die voor de ambtenaar van toepassing is, welke, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet, wordt bepaald met in achtneming van de zwaarte van zijn functie en van bijzondere regelingen als bedoeld in artikel 18 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie.
4.2.
De Richtlijn Personeelsbeleid voor het Wetenschappelijk Personeel van
19 september 2017 (hierna: de richtlijn) bevat aanvullingen op het geldende beleid, zoals beschreven in het AMAR en BARD, voor de wetenschappelijke medewerkers van de FMW.
Ingevolge punt 2.2 van de richtlijn – voor zover hier van belang – worden aan het wetenschappelijk personeel bij aanstelling eisen gesteld qua managementkwaliteiten, te weten: (…)
d. Managementkwaliteiten (HL en UHD):
(1) Beschikt over aantoonbare organisatorische – en managementkwaliteiten;
(2) Heeft ervaring met het begeleiden van promotieonderzoek;
(3) Heeft vaardigheden in het verwerven van onderzoeksprojecten.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5.1.
De in artikel 8, eerste lid, van het IBBAD genoemde bevoegdheid is discretionair van aard. Dit betekent dat de rechtbank in beginsel terughoudend dient te toetsen de wijze waarop verweerder van deze bevoegdheid gebruik maakt.
5.2.
Verweerder heeft in het bestreden besluit en op zitting toegelicht dat verweerder een ambtenaar in een lager (aanloop-) salarisschaal indeelt indien de ambtenaar zijn functie nog niet in volle omvang vervult, of is geconstateerd dat de ambtenaar bepaalde competenties nog niet heeft ontwikkeld. De rechtbank is van oordeel dat verweerder hiermee binnen de hem op grond van artikel 8, eerste lid, van het IBBAD toekomende beoordelingsruimte is gebleven. Voor het op een goede wijze vervullen van de functie is immers niet alleen de vereiste kennis, ervaring en opleiding van belang, maar ook de vaardigheden en competenties moeten van het vereiste niveau van de functie zijn.
5.3.
Verweerder heeft voldoende gemotiveerd waarop zijn verwachting dat eiseres bij de aanstelling de functie niet meteen in volle omvang kan vervullen – wat indeling in een aanloopsalarisschaal 13 rechtvaardigt – is gebaseerd. De BAC heeft geconstateerd dat eiseres geen ervaring had in het begeleiden van promovendi en dat leidinggeven en bestuurlijke activiteiten ontwikkelpunten van eiseres waren. Ook heeft de BAC geconstateerd dat eiseres met name op het gebied van managementkwaliteiten nog een ontwikkeling te maken heeft, alsook wat betreft de competenties communicatief, interpersoonlijke sensitiviteit, en ontwikkelen medewerkers/coaching. Tot slot heeft de BAC het bevoegde gezag geadviseerd om, indien besloten zou worden de functie aan eiseres toe te wijzen, aan eiseres een ontwikkeltraject aan te bieden, waarbij gewerkt zou worden aan de voornoemde ontwikkelpunten. Dit is ook gebeurd met de op 25 juli 2019 gemaakte afspraken in het functie-introductiegesprek. Hetgeen in het verslag van dat gesprek, onder het kopje ‘ontwikkelingstraject’ is afgesproken, te weten het volgen van de cursus ‘leergang strategisch adviseren in de publieke sector aan de Bestuursacademie’ en van ‘collegereeks excelleren in vrouwelijk leiderschap’, en daarnaast het schrijven van ‘2 peer-reviewed publicaties’, sluit aan bij de in de brief van 4 juni 2019 genoemde doeleinden, die naar aanleiding van het advies van de BAC zijn geformuleerd.
Voorts heeft verweerder in het bestreden besluit aangegeven dat eiseres bij het opdragen van de functie UHD HF&V nog niet de niveau-onderscheidende taken, die indeling in salarisschaal 14 rechtvaardigen, vervult. Dat het niet duidelijk is om welke niveau-onderscheidende taken van de functie UHD HF&V hier gaat, volgt de rechtbank niet, nu verweerder bij e-mail van 29 januari 2020 aan de hand van de functiebeschrijving UHD heeft toegelicht welke relevante taken eiseres ten tijde van de aanstelling nog niet uitvoerde. Hiermee is voldoende aangetoond dat ten aanzien van eiseres sprake is geweest van niveau-onderscheidende, en aldus voor de functie van UHD essentiële onderdelen (werkzaamheden) die eiseres bij de plaatsing in de functie nog niet uitvoerde. Eiseres heeft niet, althans niet gemotiveerd betwist dat zij op 1 juli 2019 niet aan alle in de e-mail van
29 januari 2021 aangehaalde onderdelen van de functiebeschrijving volledig voldeed. De enkele niet nader onderbouwde stelling, dat zij daaraan wel voldeed, is onvoldoende voor een ander oordeel.
5.4.
Verweerder heeft verder terecht op gewezen dat iedere UHD van de door eiseres aangedragen voorbeelden van aanstellingen in salarisschaal 14, een ander aanlooptraject heeft gekend en zich op verschillende wijze heeft ontwikkeld, waardoor de vergelijking met de situatie van eiseres niet op mathematische wijze kan plaatsvinden. Verweerder heeft voldoende gemotiveerd waarom ten aanzien van eiseres niet in strijd met het verbod van willekeur en met het gelijkheidsbeginsel is gehandeld. Ook heeft verweerder voorbeelden aangedragen waaruit blijkt dat in de organisatie van verweerder niet ongebruikelijk is dat een UHD van wie is vastgesteld dat hij of zij op een bepaald terrein een ontwikkelpunt heeft, in de aanloopsalarisschaal 13 begint. Hetgeen eiseres in dit verband heeft aangevoerd doet aan het vorenstaande niet af.
Conclusie
6. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank eiseres in redelijkheid (voorlopig) in een aanloopsalarisschaal 13 kunnen plaatsen, met het vooruitzicht dat bij succesvolle afronding van het met eiseres afgesproken ontwikkeltraject bevordering naar salarisschaal 14 zal plaatsvinden.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van
mr. I.N. Powell, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2021.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.