ECLI:NL:RBDHA:2021:8094
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen eigen bijdrage voor woonvoorziening in de badkamer
In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van Den Haag, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, waarin haar een eigen bijdrage voor een woonvoorziening in de badkamer werd opgelegd. De eigen bijdrage van € 19,00 per maand werd ingevoerd na wijziging van de regelgeving per 1 januari 2019. Eiseres ontving op 16 oktober 2020 een factuur van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) voor deze eigen bijdrage, waartegen zij bezwaar maakte. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaar van eiseres niet ontvankelijk was, omdat zij niet tijdig bezwaar had gemaakt tegen het besluit van 12 december 2019, waarin de eigen bijdrage werd aangekondigd. De rechtbank oordeelde dat de factuur van het CAK geen besluit met rechtsgevolg was, maar slechts uitvoering gaf aan het eerdere besluit van de gemeente. De rechtbank concludeerde dat de gemeente rechtmatig had gehandeld door de eigen bijdrage op te leggen en dat er geen gronden waren om de hoogte van de eigen bijdrage aan te vechten. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.