ECLI:NL:RBDHA:2021:8051

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
NL21.3507
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In de zaak met zaaknummer NL21.3507 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2021 een mondelinge uitspraak gedaan. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J. Raaijmakers, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 3 maart 2021 de aanvraag van verzoeker om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk had verklaard. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitkomst van het beroep in de opvang voor asielzoekers in Nederland kon afwachten.

De zitting vond plaats in Breda, maar verzoeker en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De gemachtigde van de staatssecretaris was wel aanwezig. Na de behandeling van de zaak heeft de voorzieningenrechter mondeling uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er inmiddels een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL21.3506) die relevant was voor de beslissing. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. M.J. Schouw, in aanwezigheid van griffier mr. A.S. Hamans. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL21.3507
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. P. Kramer-Ograjensek),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Raaijmakers).

Procesverloop

Bij besluit van 3 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat hij de uitkomst van het beroep in de opvang voor asielzoekers in Nederland mag afwachten.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak met nummer NL21.3506, op 8 juli 2021 op zitting behandeld in Breda. Verzoeker is niet verschenen. De gemachtigde van verzoeker is met voorafgaand bericht niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter mondeling uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag in de zaak met nummer NL21.3506 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 juli 2021 door mr. M.J. Schouw, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.