ECLI:NL:RBDHA:2021:8039
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige verklaringen over familieconflict
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 april 2021 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Nigeriaanse man, een asielvergunning had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de verklaringen van de eiser over problemen met zijn oom ongeloofwaardig achtte. Eiser had gesteld dat zijn oom hem had bedreigd na een conflict over een gedwongen huwelijk met zijn moeder. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat de verklaringen van de eiser niet voldoende gedetailleerd en consistent waren om als geloofwaardig te worden beschouwd. De rechtbank merkte op dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd om zijn vrees voor zijn oom te onderbouwen, en dat hij na het gestelde conflict nog maanden in zijn dorp had gewoond zonder verdere problemen. De rechtbank volgde de staatssecretaris in zijn oordeel dat de verklaringen van eiser niet overtuigend waren en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door rechter P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier E.H.W. Schierbeek, en werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.