ECLI:NL:RBDHA:2021:8038
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- P.J.M. Mol
- E.H.W. Schierbeek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 1 april 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening had aangevraagd na de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag was op 25 februari 2021 afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. A.M.I. Eleveld, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 23 maart 2021 was de verzoeker aanwezig, samen met een tolk, terwijl de staatssecretaris vertegenwoordigd werd door mr. J. Vissers.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL21.3074) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen, aangezien de verzoeker de beslissing op zijn asielaanvraag in Nederland kan afwachten. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.