ECLI:NL:RBDHA:2021:7885

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 januari 2021
Publicatiedatum
23 juli 2021
Zaaknummer
20-14631
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardigheid van de verklaringen van eiseres

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 januari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Nigeriaanse vrouw, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eiseres over haar situatie in Nigeria ongeloofwaardig waren. Eiseres had eerder een verblijfsvergunning gekregen op basis van de regeling voor slachtoffers van mensenhandel, maar deze was ingetrokken. De rechtbank concludeerde dat de vrees van eiseres voor haar stiefvader, die haar jarenlang had misbruikt, niet geloofwaardig was, omdat er onvoldoende bewijs was dat zij nog steeds in gevaar was. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de aanvraag ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.14631
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A.J.M. Mohrmann), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

Bij besluit van 1 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 december 2020. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen mevrouw Nazarova. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres heeft eerder een verblijfsvergunning regulier verkregen op grond van de regeling voor slachtoffers en getuige-aangevers van mensenhandel, die is verleend met ingang van 7 november 2017 tot 7 november 2018. De Officier van Justitie heeft op
16 augustus 2018 besloten om niet over te gaan tot vervolging omdat de afgelegde verklaringen en het onderzoek niet tot nader onderzoek kunnen leiden wegens het ontbreken van rechtsmacht. Verweerder heeft vervolgens bij besluit van 2 april 2019 de verleende verblijfsvergunning met terugwerkende kracht per 16 augustus 2018 ingetrokken.
Asielrelaas
2. Eiseres heeft op 26 augustus 2017 haar asielaanvraag ingediend. Aan haar asielaanvraag heeft zij ten grondslag gelegd dat zij bedreigd is door haar stiefvader, omdat zij zich niet langer door hem wilde laten misbruiken. Vervolgens is eiseres naar Italië
gegaan, omdat zij werk aangeboden had gekregen van [A]. Eisers durft niet terug naar Nigeria te gaan, omdat zij vreest voor [A]. Ze heeft de schuld aan haar namelijk niet terugbetaald. Verder is eiseres bang om door haar stiefvader vermoord te worden, omdat hij eiseres de schuld geeft van de moord op zijn jongste zoon.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • nationaliteit, identiteit en herkomst;
  • het vertrek van eiseres uit Nigeria in 2008 in verband met problemen met haar stiefvader;
  • de problemen met [A] omdat eiseres haar nog geld schuldig is van de reis naar Italië in 2008; en
  • het neersteken van haar halfbroer [halfbroer] vlak voor het vertrek van eiseres uit Italië in 2017 door mannen van [A].
4. In het bestreden besluit heeft verweerder de nationaliteit, identiteit en herkomst van eiseres, het seksueel misbruik door haar stiefvader vanaf haar twaalfde jaar en het vetrekken uit Nigeria in 2008 wegens problemen met haar stiefvader geloofwaardig geacht. Verweerder heeft niet geloofwaardig geacht dat eiseres thans nog problemen heeft met [A], omdat eiseres haar nog geld schuldig is voor de reis naar Italië in 2008. Ook heeft verweerder niet geloofwaardig geacht dat de halfbroer van eiseres, [halfbroer], vlak voor haar vertrek uit Italië in 2017 is neergestoken door mannen van [A].
De problemen met [A] en het neersteken van [halfbroer]
5. Eiseres voert aan dat verweerder ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht dat eiseres ook nu nog problemen ondervindt van [A], omdat eiseres [A] nog geld schuldig is. Verweerder heeft de verklaringen niet aangemerkt als vaag, summier, tegenstrijdig, niet-consistent of ongerijmd. De verklaringen van eiseres zijn ook niet in strijd met voorhanden informatie zoals het ambtsbericht. Nu verweerder geloofwaardig acht dat eiseres in 2008 uit Nigeria is vertrokken vanwege problemen met haar stiefvader, dient dit door te werken in de overige te beoordelen relevante elementen van het asielrelaas. De relevante elementen maken immers onderdeel uit van één verhaal en kunnen niet los van elkaar worden beoordeeld. Verweerder heeft verder de standpunten die in de zienswijze zijn aangedragen onvoldoende meegenomen. Eiseres voert voorts aan dat verweerder ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht dat de halfbroer van eiseres voor haar vertrek uit Italië in 2017 is neergestoken door mannen van [A]. Verweerder kan niet alleen aan eiseres tegenwerpen dat zij dit feit niet met documenten heeft kunnen overbouwen. De moeder van eiseres is met haar gezin weggevlucht van de stiefvader van eiseres. Zij en de andere gezinsleden zijn geen belanghebbenden die overlijdensaktes en dergelijke kunnen opvragen. Verweerder miskent dit.
6. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat eiseres nog problemen heeft met [A]. Verweerder heeft daarbij kunnen betrekken dat uit de verklaringen van eiseres volgt dat zij zelf, na twee jaar in de prostitutie te hebben gewerkt, heeft kunnen stoppen met dit werk en ander werk is gaan doen. Dat daarna de problemen met [A] en de moeder van eiseres zijn begonnen heeft eiseres niet met objectieve gegevens onderbouwd. De enkele verklaring van haar moeder is hiertoe onvoldoende, nu de moeder van eiseres niet als objectieve bron kan worden aangemerkt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder verder niet ten
onrechte ongeloofwaardig geacht dat de halfbroer van eiseres voor haar vertrek uit Italië is neergestoken door mannen van [A]. Verweerder heeft in dit kader kunnen tegenwerpen dat eiseres het overlijden van [halfbroer] niet met documenten heeft onderbouwd. Dat haar moeder of andere gezins- en familieleden geen documenten met betrekking tot het overlijden van [halfbroer] kunnen opvragen heeft eiseres niet nader onderbouwd. Verweerder heeft verder kunnen overwegen dat niet is gebleken dat eiseres niet zelf navraag kan doen bij de Nigeriaanse autoriteiten over de moord op [halfbroer].
Vrees voor vervolging
7. Eiseres voert verder aan dat zij bij terugkeer gevaar loopt gelet op haar stiefvader. Haar stiefvader heeft haar jarenlang stelselmatig verkracht en hij houdt eiseres verantwoordelijk voor de dood van zijn zoon. Het is aannemelijk dat hij alles zal doen dat in zijn macht ligt om eiseres te vinden en wraak te nemen als zij in Nigeria is teruggekeerd. Dat gevaar is niet te voorkomen door te verhuizen. De Nigeriaanse autoriteiten zullen geen bescherming bieden, dat erkent verweerder ook.
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte de vrees van eiseres voor haar stiefvader bij terugkeer ongeloofwaardig heeft geacht. Verweerder heeft daarbij kunnen betrekken dat de dood van [halfbroer] niet geloofwaardig is geacht, zodat niet geloofwaardig is dat eiseres daarom van haar stiefvader te vrezen heeft. Verweerder heeft verder kunnen overwegen dat eiseres zich aan haar stiefvader kan onttrekken door zich elders in Nigeria te vestigen. Eiseres heeft niet onderbouwd en geconcretiseerd dat en waarom haar stiefvader haar ook elders in Nigeria zou kunnen vinden.
Conclusie
9. Eiseres komt niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
10. De aanvraag is terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, rechter, in aanwezigheid van
L.S. Lodder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op
14 januari 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. C.M. Dijksterhuis L.S. Lodder
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [Documentcode]
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.