ECLI:NL:RBDHA:2021:7881
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf voor gezinshereniging met verwijzing naar polygamie en middelenvereiste
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Ghanese vrouw, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor gezinshereniging met haar echtgenoot, referent, die de Nederlandse nationaliteit bezit. De aanvraag werd afgewezen op basis van verschillende gronden, waaronder het niet aantonen van feitelijke gezinsleven, polygamie, en het niet voldoen aan het inburgerings- en middelenvereiste. Eiseres en haar twee kinderen, die ook Ghanese nationaliteit hebben, waren afhankelijk van het verblijfsrecht van eiseres.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een feitelijke gezinsrelatie, mede door de aanwezigheid van een andere vrouw met wie referent samenwoont en kinderen heeft. Eiseres heeft betoogd dat de afwijzing van de aanvraag onterecht was en dat zij niet in de gelegenheid is gesteld om aanvullende bewijsstukken te overleggen. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd had aangegeven waarom de aanvraag was afgewezen en dat de gronden voor afwijzing, met name het middelenvereiste, standhielden.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.