Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 juli 2020, met producties;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid en verzoek tot aanhouding wegens litispendentie tevens houdende voorwaardelijke conclusie van antwoord en eis in reconventie in de hoofdzaak, met producties;
- de conclusie van antwoord in het incident houdende exceptie van onbevoegdheid, tevens antwoord in het incidentele aanhoudingsverzoek ex art. 31 EU-Vo.1215/2012, verzoek tot prejudiciële vragen en verzoek tussentijds appel.
2.De beoordeling in het incident tot onbevoegdheid en verzoek tot aanhouding
vordering in conventie in de hoofdzaak
leveragedie aan beleggers mag worden aangeboden. Daarnaast heeft Magnum FX oneerlijke handelspraktijken toegepast op [eiser] en heeft [eiser] de overeenkomst om die reden vernietigd althans, de overeenkomst is vernietigbaar op grond van artikel 6:139j lid 3 BW. Magnum FX is daarom gehouden om de inleg terug te betalen op grond van onverschuldigde betaling dan wel om de door [eiser] geleden schade te vergoeden.
- dat één van de contractanten een consument is die handelt in een kader dat als niet bedrijfs- of beroepsmatig kan worden beschouwd,
- dat er daadwerkelijk een overeenkomst is gesloten tussen deze consument en een bedrijfs- of beroepsmatig handelende persoon, en
- dat deze overeenkomst valt onder een van de in lid 1, onder a) tot en met c), van dat artikel 17 Brussel I bis- Vo bedoelde categorieën.
- het begrip „consument” moet restrictief worden uitgelegd op basis van de positie die de betrokken persoon in een bepaalde overeenkomst inneemt in verband met de aard en het doel van deze overeenkomst, en niet op basis van de subjectieve situatie van die persoon, aangezien één en dezelfde persoon voor sommige transacties als consument, en voor andere als ondernemer kan worden beschouwd;
- alleen overeenkomsten die een individu los en onafhankelijk van enige bedrijfs- of beroepsmatige activiteit of doelstelling sluit met als enige doel te voldoen aan de eigen particuliere consumptiebehoeften, vallen onder de beschermende regeling van artikelen 17 tot en met 19 Brussel I bis-Vo;
- deze bijzondere bescherming is niet gerechtvaardigd wanneer een overeenkomst wordt gesloten omwille van een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit; dat is niet anders wanneer deze activiteit voor de toekomst is gepland;
- niet relevant is of de consument zich op een specifieke manier gedraagt;
- bij financiële dienstverleningsovereenkomsten betekent dit dat niet relevant is wat de waarde is van de verrichte transacties, de omvang van de risico’s op financiële verliezen, de eventuele kennis of deskundigheid van een persoon op het gebied van financiële instrumenten of zijn actieve gedrag bij dergelijke transacties, noch of de consument een groot aantal transacties heeft verricht in een relatief kort tijdsbestek of dat hij grote bedragen in die transacties heeft geïnvesteerd.
- evenmin is relevant of de betreffende persoon een „niet-professionele belegger” is in de zin van artikel 4 lid 1 onder 12 van de MIFID I
retail accountbij Magnum FX had, op 29 april 2020 heeft verzocht te worden aangemerkt als professionele cliënt in de zin van artikel 4 lid 1 sub 10 jo. bijlage II onder II van MiFID II [5] , met welk verzoek Magnum FX heeft ingestemd, zodat [eiser] met ingang van 29 april 2020 geen consument meer is in haar verhouding tot Magnum FX.
professional accountwijzigden, waardoor hij niet langer in zijn eigen consumptie zou voorzien, maar bedrijfs- of beroepsmatig actief zou zijn.
professional accountvan [eiser] voor de status als consument.