Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[naam], verzoekster,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 15 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 21/401. De zaak betreft een verzoekster die, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H.K. Jap-A-Joe, een verzoek heeft ingediend om de uitzetting door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid uit te stellen. Dit verzoek is gedaan in het kader van een lopende beroepsprocedure met een ander zaaknummer, AWB 21/400.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb, buiten zitting uitspraak gedaan. De rechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening toe te kennen, aangezien er op 23 juni 2021 al een beslissing is genomen in de beroepsprocedure. Hierdoor is het verzoek kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier G. de Keuning. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie en is bekendgemaakt op 15 juli 2021. De voorzieningenrechter heeft de beslissing genomen dat het verzoek om uitstel van uitzetting niet wordt toegewezen, waarmee de rechtsgang van de verzoekster in deze zaak verder kan worden voortgezet.