ECLI:NL:RBDHA:2021:7798

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
22 juli 2021
Zaaknummer
AWB 21/401
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om uitstel van uitzetting in het bestuursrecht

Op 15 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 21/401. De zaak betreft een verzoekster die, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H.K. Jap-A-Joe, een verzoek heeft ingediend om de uitzetting door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid uit te stellen. Dit verzoek is gedaan in het kader van een lopende beroepsprocedure met een ander zaaknummer, AWB 21/400.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb, buiten zitting uitspraak gedaan. De rechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening toe te kennen, aangezien er op 23 juni 2021 al een beslissing is genomen in de beroepsprocedure. Hierdoor is het verzoek kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier G. de Keuning. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie en is bekendgemaakt op 15 juli 2021. De voorzieningenrechter heeft de beslissing genomen dat het verzoek om uitstel van uitzetting niet wordt toegewezen, waarmee de rechtsgang van de verzoekster in deze zaak verder kan worden voortgezet.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 21/401
V-nummer: [nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[naam], verzoekster,

gemachtigde mr. H.K. Jap-A-Joe,
tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep in de procedure met zaaknummer AWB 21/400 te bepalen dat verweerder de uitzetting van verzoekster achterwege dient te laten, totdat op het beroep is beslist.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 23 juni 2021 op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekend gemaakt op 15 juli 2021.
Afschrift verzonden op: