Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[Naam], verzoekster,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 13 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/2695. De zaak betreft een verzoekster die, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. L.I. Siers, een verzoek heeft ingediend om de uitzetting door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid uit te stellen. Dit verzoek is gedaan in het kader van een hangende beroepsprocedure met een ander zaaknummer, AWB 20/2694.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb, buiten zitting uitspraak gedaan. De rechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening toe te kennen, aangezien er op 2 juli 2021 al een beslissing is genomen in het beroep. Hierdoor is het verzoek kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier G. de Keuning. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 juli 2021 en is geanonimiseerd gepubliceerd. De voorzieningenrechter heeft de beslissing genomen met inachtneming van de relevante wetgeving en de omstandigheden van de zaak.