ECLI:NL:RBDHA:2021:7539

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
16 juli 2021
Zaaknummer
AWB: 19/9869
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om uitzetting van een vreemdeling in afwachting van de uitspraak op het beroep

Op 6 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB: 19/9869. De zaak betreft een verzoek van een vreemdeling, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. C. Mayne, om te bepalen dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de uitzetting van verzoekster achterwege dient te laten totdat er een beslissing is genomen op het beroep dat hangende is in een andere procedure (zaaknummer AWB 20/836). De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening toe te kennen, aangezien er op 2 juli 2021 al een beslissing is genomen op het beroep. Het verzoek is daarom kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 748,-, te betalen aan verzoekster. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 juli 2021 en is geanonimiseerd gepubliceerd.

Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier. De uitspraak is te vinden op de website van de Rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummer AWB: 19/9869
V-nummers: [Nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[Naam], verzoekster,

gemachtigde mr. C. Mayne,
tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep in de procedure met zaaknummer AWB 20/836 te bepalen dat verweerder de uitzetting van verzoekster achterwege dient te laten, totdat op het beroep is beslist.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 2 juli 2021 op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.
Verweerder wordt op na te melden wijze in de proceskosten veroordeeld.

Beslissing

De voorzieningenrechter,
- wijst het verzoek af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten ad € 748,- (zevenenachtenveertig euro), te betalen aan verzoekster;
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekend gemaakt op 13 juli 2021.
Afschrift verzonden op: