Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[Naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 14 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 21/1311. De zaak betreft een verzoek van de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F. Celen, aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker heeft verzocht om, hangende het beroep in een andere procedure (zaaknummer AWB 21/1312), te bepalen dat de uitzetting van verzoeker achterwege dient te blijven totdat er een beslissing is genomen op het beroep.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting. In de overwegingen van de uitspraak is aangegeven dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening toe te kennen, omdat op 7 juli 2021 al een beslissing is genomen op het beroep. Hierdoor is het verzoek kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 14 juli 2021. De voorzieningenrechter, mr. K.M. de Jager, heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van griffier G. de Keuning. De uitspraak is geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de Rechtspraak.