ECLI:NL:RBDHA:2021:7536

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2021
Publicatiedatum
16 juli 2021
Zaaknummer
AWB 21/1311
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om uitzetting achterwege te laten in het bestuursrecht

Op 14 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 21/1311. De zaak betreft een verzoek van de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F. Celen, aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker heeft verzocht om, hangende het beroep in een andere procedure (zaaknummer AWB 21/1312), te bepalen dat de uitzetting van verzoeker achterwege dient te blijven totdat er een beslissing is genomen op het beroep.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting. In de overwegingen van de uitspraak is aangegeven dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening toe te kennen, omdat op 7 juli 2021 al een beslissing is genomen op het beroep. Hierdoor is het verzoek kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen.

De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 14 juli 2021. De voorzieningenrechter, mr. K.M. de Jager, heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van griffier G. de Keuning. De uitspraak is geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de Rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 21/1311
V-nummer: [Nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[Naam], verzoeker,

gemachtigde: mr. F. Celen,
tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep in de procedure met zaaknummer AWB 21/1312 te bepalen dat verweerder de uitzetting van verzoeker achterwege dient te laten, totdat op het beroep is beslist.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 7 juli 2021 op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekend gemaakt op 14 juli 2021.
Afschrift verzonden op: