Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van justitie en veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
De relatie is verbroken, we gaan scheiden.”
is verbroken”. Verweerder mocht van deze melding uitgaan, ook al is de wijzigingsdatum moeilijk leesbaar. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat op de datum van de melding de relatie nog niet verbroken was. Dat nog geen echtscheidingsprocedure was opgestart, doet hieraan niet af. Eiser heeft bij de politie onder meer verklaard dat hij na zijn komst naar Nederland slachtoffer werd van dominant gedrag van [Naam 2]. [8] Zo mocht hij van haar niet naar buiten en hield zij post achter. In augustus 2019 heeft [Naam 2] hem geslagen, meermaals uitgescholden, geduwd en bedreigd. Daarop is eiser het huis uitgegaan. De rechtbank is van oordeel dat eiser hiermee noch met andere overgelegde stukken heeft aangetoond dat op het moment van de melding nog sprake was een relatie tussen hem en [Naam 2]. Verweerder heeft daarom terecht de verblijfsvergunning ingetrokken.
Beslissing
Rechtsmiddel
binnen vier wekenna de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.