ECLI:NL:RBDHA:2021:7534

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juli 2021
Publicatiedatum
16 juli 2021
Zaaknummer
NL21.7698
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Bulgarije

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, die een asielaanvraag had ingediend, was van mening dat haar aanvraag door de Nederlandse autoriteiten in behandeling moest worden genomen. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 18 mei 2021 besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Bulgarije verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 2 juli 2021, waarbij verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde, mr. M.C.W. van der Zanden. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. M.F. van der Lubbe. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL21.7697) die op dezelfde datum werd behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er in de uitspraak van dezelfde dag in de andere zaak al een beslissing was genomen, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. N.H. de Zeeuw, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL21.7698
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam 1], verzoekster V-nummer: [Nummer]

mede namens haar minderjarige kind
[Naam 2], verzoeker
(gemachtigde: mr. M.C.W. van der Zanden), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M.F. van der Lubbe).

Procesverloop

Bij besluit van 18 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling genomen op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.7697, op 2 juli 2021 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.7697, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR15823913

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.