ECLI:NL:RBDHA:2021:7529
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van veilig land van herkomst en geen schending van artikel 8 EVRM
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 juli 2021 uitspraak gedaan in het bestuursrechtelijke beroep van een Marokkaanse eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres had haar asielaanvraag ingediend op basis van de problemen van haar echtgenoot, die de Jordaanse nationaliteit bezit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de asielaanvraag van de eiseres op 1 april 2021 door de staatssecretaris als kennelijk ongegrond is afgewezen. De eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 30 april 2021 is behandeld. Tijdens de zitting is het onderzoek heropend in verband met de aanstaande behandeling van het beroep van de echtgenoot van eiseres.
De rechtbank heeft in haar overwegingen geconcludeerd dat de eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij problemen ondervindt in Marokko, haar land van herkomst. De rechtbank heeft ook overwogen dat de problemen van de echtgenoot van eiseres met zijn ooms in Jordanië niet meer zijn dan een familiekwestie en dat hij geen bescherming kan krijgen van de Jordaanse autoriteiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat Marokko is aangewezen als veilig land van herkomst en dat de eiseres niet heeft aangetoond dat Marokko voor haar niet veilig is. Daarom is de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat het niet toelaten van eiseres geen schending betekent van artikel 8 van het EVRM, omdat niet is gebleken van omstandigheden die maken dat eiseres en haar gezin voor het uitoefenen van familieleven of privéleven gebonden zijn aan Nederland. De rechtbank heeft de conclusie getrokken dat de asielaanvraag van eiseres ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.