Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
4.De bewijsbeslissing
categorie 3zijn gedaan in de periode mei – juni 2014 (proces-verbaal nummer PL1500-2016090252, p. 4-5). Zoals hiervoor (onder 3.3) werd overwogen, is de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging ten aanzien van de uitlatingen die zijn gedaan voor 26 februari 2016. Ten aanzien van categorie 3 is de officier van justitie dus niet-ontvankelijk.
categorie 1) is de officier van justitie slechts ontvankelijk ten aanzien van de WhatsApp-berichten die de verdachte op 22 april 2016 heeft verzonden naar de telefoon van de zoon van [partner van aangever] (p. 28). Deze WhatsApp-berichten zijn gestuurd naar de zoon van de nieuwe partner van de aangever, terwijl hij in het geheel niet betrokken was bij het conflict tussen de verdachte en aangever. De verdachte heeft in deze berichten allerlei beschuldigingen geuit over aangever, zonder dat zij een reden had om de zoon van [partner van aangever] daarmee te belasten. Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de berichten worden afgeleid dat de verdachte deze berichten niet stuurde om het aan een breder publiek bekend te maken, maar omdat zij ten einde raad was met haar situatie (‘Beste [aangever] , ik verzoek jullie voor de laatste keer mijn huis te verlaten. (…) Ik stuur deze app door naar je stiefzoon omdat ik niet meer weet wat ik aan de grootse oplichting moet doen.). Daardoor kan de rechtbank niet vaststellen dat het doel van de verdachte was om ruchtbaarheid te geven aan de beschuldigingen en is smaad niet bewezen.
categorie 2), is de officier van justitie slechts ontvankelijk ten aanzien van het e-mailbericht van de verdachte aan [naam 1] ( [naam 2] ) van [geboortedag] 2016 (p. 87). Nog los van het feit dat dit bericht niet wordt genoemd in de tenlastelegging, lijkt het ook bedoeld te zijn om de werkgever om hulp te vragen in een conflict dat was ontstaan tussen de verdachte en de aangever. Naar het oordeel van de rechtbank is daardoor niet voldaan aan het vereiste van verspreiding onder een breder publiek van willekeurige derden.
’szoon onder meer medegedeeld:
eengeschrift verspreid, immers heeft zij (met voormeld doel) een voor voornoemde [aangever] zeer belastend boek geschreven en laten uitgeven met de titel [(boek) die door verdachte is geschreven] waarin onder meer wordt gesteld dat verdachte jarenlang is geterroriseerd door haar ex-man en op een geraffineerde wijze (gaslighting) geestelijk is
eengeschrift openlijk tentoongesteld, immers heeft zij (met voormeld doel) een bericht door middel van social media onder andere medegedeeld aan anderen dat:
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De strafoplegging
8.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
;