ECLI:NL:RBDHA:2021:7393

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juli 2021
Publicatiedatum
15 juli 2021
Zaaknummer
NL21.3600
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overdracht naar Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen op grond van het feit dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit, dat op 10 maart 2021 was genomen, leidde tot beroep van de verzoeker bij de rechtbank.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank met zaaknummer NL21.3599, waarin op het beroep van de verzoeker was beslist. Gezien deze eerdere uitspraak, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

Daarnaast is er in de uitspraak aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing van de voorzieningenrechter is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing definitief is.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.3600

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam eiser], verzoeker

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.J.J. Jansen)
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 10 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk is.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.3599, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J. Schouw, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.