ECLI:NL:RBDHA:2021:7354
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Dublin Oostenrijk - betwisting claimakkoord ongegrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Greve-Kortrijk, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Oostenrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.
Tijdens de zitting, die plaatsvond in Middelburg, is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. In de uitspraak werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De zaak is geregistreerd onder het zaaknummer NL21.8831 en is onderdeel van een bredere procedure, waarbij ook een andere zaak (NL21.8330) aan de orde was. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter.