ECLI:NL:RBDHA:2021:7279
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van verantwoordelijkheid Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.A. Tegenbosch, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was genomen op 18 mei 2021, met als reden dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.
Tijdens de zitting op 2 juli 2021, waar ook een andere zaak (NL21.7716) werd behandeld, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld. De gemachtigde van de staatssecretaris, mr. M.F. van der Lubbe, was eveneens aanwezig. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter overwoog dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat de uitspraak van vandaag in de andere zaak (NL21.7716) van invloed was op de beslissing om het verzoek af te wijzen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.