Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Ierland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 25 juni 2021, maar de verzoeker was niet aanwezig, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. C.H.H.P.M. Kelderman. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak, genummerd NL21.8530.
In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op de zaak NL21.8530, heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen aanleiding is om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.