Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben, heeft op 15 maart 2021 asiel aangevraagd in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Ierland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft het beroep behandeld en geconcludeerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het grondgebied van de lidstaten gedurende ten minste drie maanden heeft verlaten, zoals vereist onder artikel 19 van de Dublinverordening. Eiser had gesteld dat hij na zijn verblijf in Ierland in 2014 op 15 maart 2021 naar Algerije was teruggekeerd en pas op 21 augustus 2020 weer de EU was binnengekomen. De rechtbank oordeelde echter dat de door eiser overgelegde bewijsstukken, waaronder foto's van een paspoort, niet voldoende waren om zijn stellingen te onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Ierland terecht verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.