ECLI:NL:RBDHA:2021:7148

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
9 juli 2021
Zaaknummer
C/09/614560 / KG RK 21-815
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in civiele procedure

Op 6 juli 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. T.F. Hesselink, de rechter belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk C/09/613010 / KG ZA 21-531. De eiseres, bijgestaan door mr. J.G.H.J. van der Linden, en de gedaagde, bijgestaan door J. Brouwer, waren betrokken bij deze procedure. Het verschoningsverzoek was gebaseerd op de persoonlijke relatie van de rechter met een procespartij, wat aanleiding gaf tot de vrees voor partijdigheid.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. In dit geval was er sprake van een situatie die de schijn van partijdigheid kon oproepen, en daarom werd het verzoek tot verschoning terecht ingediend. De rechtbank besloot dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moest worden overgenomen om de schijn van partijdigheid te vermijden.

De beslissing werd genomen in raadkamer en houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2021/6
Zaak-/rekestnummer: C/09/614560 / KG RK 21-815
Beslissing van 6 juli 2021
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. T.F. Hesselink,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk C/09/ 613010 / KG ZA 21-531 van:
[eiseres] ,
eiseres,
bijgestaan door mr. J.G.H.J. van der Linden, advocaat te Den Haag,
tegen
[gedaagde] ,
gedaagde,
bijgestaan door J. Brouwer te Den Haag.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 6 juli 2021.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
☒ de rechter kent een procespartij of procesdeelnemer uit de persoonlijke leefomgeving.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 6 juli 2021 door mr. J.A. van Steen,
mr. S.M. Krans en mr. J.C. Sluymer, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier.