ECLI:NL:RBDHA:2021:7118

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
9 juli 2021
Zaaknummer
AWB 20/7661
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om uitzetting achterwege te laten in vreemdelingenzaak

Op 6 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/7661. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. Igdeli, had verzocht om te bepalen dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de uitzetting van verzoeker achterwege dient te laten totdat op het beroep in de procedure met zaaknummer AWB 20/7660 is beslist. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening toe te kennen, aangezien op 14 april 2021 al op het beroep is beslist. Het verzoek is derhalve kennelijk ongegrond en wordt afgewezen. De voorzieningenrechter heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 534,-, te betalen aan verzoeker, en heeft verweerder opgedragen het betaalde griffierecht van € 178,- aan verzoeker te vergoeden.

Deze uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 6 juli 2021. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier. De uitspraak is geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de Rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummer AWB 20/7661
V-nummer: [Nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[Naam], verzoeker,

gemachtigde mr. S. Igdeli,
tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep in de procedure met zaaknummer AWB 20/7660 te bepalen dat verweerder de uitzetting van verzoeker achterwege dient te laten, totdat op het beroep is beslist.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 14 april 2021op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.
Verweerder wordt op na te melden wijze in de proceskosten veroordeeld.

Beslissing

De voorzieningenrechter,
- wijst het verzoek af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten ad € 534,- (vijfhonderdvierendertig euro), te betalen aan verzoeker;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 178,- (honderdachtenzeventig euro) aan verzoeker te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekend gemaakt op 6 juli 2021.
Afschrift verzonden op: