ECLI:NL:RBDHA:2021:7052
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening voor vreemdeling met langdurig verblijf in Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling die al 37 jaar rechtmatig in Nederland verblijft. De vreemdeling, die de Marokkaanse nationaliteit heeft, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit was genomen op 25 maart 2021, waarbij de vreemdeling ook een zwaar inreisverbod van tien jaar was opgelegd vanwege meerdere veroordelingen voor misdrijven, waaronder een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van een slachtoffer.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij zijn bezwaarprocedure in Nederland kon afwachten zonder het land te hoeven verlaten. Tijdens de zitting heeft de vreemdeling zijn persoonlijke omstandigheden uiteengezet, waaronder zijn rol als mantelzorger voor zijn moeder, zijn hartaandoening, en zijn werk bij een glazenwassersbedrijf. Hij heeft ook aangegeven dat hij familie in Nederland heeft, waaronder een zoon en dochter.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van de vreemdeling zwaarder gewogen dan die van de staatssecretaris, die de vreemdeling voor 2 juli 2021 had willen uitzetten. De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel de staatssecretaris zorgvuldig had gehandeld, er geen dringende redenen waren om de vreemdeling op korte termijn uit te zetten, gezien zijn langdurige verblijf in Nederland en de omstandigheden die hij had aangevoerd. De voorzieningenrechter heeft daarom het bestreden besluit geschorst tot zes weken na de beslissing op bezwaar.