Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 maart 2020, met de producties 1 tot en met 17;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, met de producties 1 tot en met 11;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het tussenvonnis van 26 augustus 2020, waarbij een plaatsopneming en een mondelinge behandeling zijn bevolen;
- het proces-verbaal van de plaatsopneming en de mondelinge behandeling van 8 februari 2020, met de foto’s 1 tot en met 15 (hierna ook: foto 1 t/m 15).
2.De feiten
en de villa “ [naam 3] ” met oranjerie en overige opstallen, erf, tuin en sloten, kadastraal bekend gemeente [plaats] , sectie A nummers:[nummer 1] (gedeeltelijk) ter grootte als na uitmeting zal blijken;[nummer 3] , groot een are vijf centiare;[nummer 4] (gedeeltelijk) ter grootte als na uitmeting zal blijken;[nummer 5] , groot twee are een centiare;[nummer 6] , groot een are zeven centiare;[nummer 7] (gedeeltelijk) ter grootte als na uitmeting zal blijken, en ter gezamenlijke grootte als zal blijken na uitmeting door de landmeter van de Dienst voor het Kadaster en de openbare registers, alles gelegen nabij het [straat] te [plaats] , Zuid-Holland, en zoals deze percelen schetsmatig met arcering zijn aangegeven op de aan deze akte gehechte, door de verschenen personen gewaarmerkte tekening(overgelegd als productie III eiser en hierna ook te noemen: tekening 2)
(…)’.
. (…).Overeenkomst tot vestigen erfdienstbaarheidVerkoper heef aan koper medegedeeld, dat in de toekomst de wens kan bestaan de ontsluiting van de kantine op het aan verkoper verblijvende gedeelte van het Park [huis] iets te verleggen, en wel via de strook grond die schetsmatig met kruisarcering is aangegeven op de (...) aan deze akte te hechten, tekening. De strook grond zal maximaal acht meter breed zijn. Verkoper en koper komen bij deze overeen, dat koper aan verkoper op eerste verzoek van verkoper en voor rekening van verkoper, om niet, een erfdienstbaarheid zal verlenen voor het hebben van een toegang naar de kantine via gemelde strook grond. Alle kosten verband houdende met de aanleg en het onderhoud van de toegangsweg zullen voor rekening zijn van verkoper.’2.4.4. De erfdienstbaarheid bevindt zich op de weg gelegen tussen de op de tekeningen 1 en 2 zichtbare vijvers (hierna ook: de grote en de kleine vijver) en heeft (in afwijking van het huidige gebruik) het hoofdtoegangshek van voornoemde Villa [naam 3] als ontsluiting naar de openbare weg ( [straat] ).
en de heer [verkoper 1] heeft geresulteerd in het vaststellen van een vast punt bij de kleine vijver en wel naast de dam/overloop aan de noordzijde hiervan(hierna ook: het dammetje)
. (…).
‘eensluidende aktetekening’alsook een lijst van 20 reconstructie coördinaten. Daarbij behoort een veldwerktekening met nummer 514.
‘Partijen zijn accoord gegaan met de wijziging van de grens. De grens loopt naar een punt dat ligt op 31 .00 meter langs het raster van de tennisbaan van de hoek af gemeten. (Zie veldwerk)’.Daarbij behoort een veldwerktekening met nummer 517.
niet op de erfgrens staat dan stel ik voor dat wij het kadaster vragen om de situatie op te meten zodat wij deze kwestie onderling op een juiste wijze kunnen afronden.’2.10.2. Bij e-mail van 12 augustus 2019 11:48 uur van [partner van gedaagde] (hierna ook: [partner van gedaagde] ), de partner van [gedaagde] , aan [eiser] :
‘Neen, omdat in uw geval de erfgrens toch al moest worden vastgesteld door het kadaster. Dat zijn dus geen extra kosten.’2.11. [gedaagde] heeft in het kader van de discussie over de juridische eigendomsgrens
[notaris] , de bij de passering van de leveringsakte betrokken notaris (hierna: de notaris), gevraagd zijn visie te geven op de door de rechtsvoorgangers ter zake gemaakte afspraken. Bij brief van 23 januari 2020 heeft de notaris aan [gedaagde] geschreven, voor zover relevant:
2. De eerste metalen paal van het rasterhekwerk (hierna ook: hek 1) dat – na renovatie van het paviljoen – tegen de achterzijde van het paviljoen staat met een haag ervoor (foto vier rechterzijde en foto 6).
3. De laatste metalen paal van hek 1 (foto 7).
4. De ijzeren piketpaal die het Kadaster in januari 20202 heeft geslagen aan de rand van de grote vijver aan de paviljoenszijde (foto 8).
5. De rasterpaal die het Kadaster in 1999 in de grond heeft geslagen aan de overzijde van de grote vijver (foto 9).
6. De ijzeren piketpaal die het Kadaster in 2020 heeft geslagen in het grondstuk na de met de erfdienstbaarheid belaste weg tussen de grote en de kleine vijver waarop door verkopers ter hoogte van de kadastrale grens eertijds een houten hek met looppoort werd geplaatst (hierna ook: de landbouwpoort) (foto 12 en foto 11).
7. De ijzeren piketpaal die het Kadaster in januari 2020 in de grond heeft geslagen aan de overzijde van de kleine vijver (foto 13).
2.13.3. Het Kadaster heeft voor de grensreconstructie en de op veldwerk 562 verstrekte grensinformatie in totaal € 708,- aan [eiser] gefactureerd.
2.14. De feitelijke grens (waarbij ter hoogte van de voormalige landbouwpoort geen sprake is van een erfafscheiding, maar een feitelijke gebruiksgrens) wijkt ten nadele van de omvang van perceel [perceel] af van de kadastrale grens.
3.Het geschil
in conventie
24 januari 2020;
3.3. [gedaagde] voert verweer.
B. [eiser] veroordeelt om medewerking te verlenen aan de handelingen die nodig zijn om de kadastrale registraties in overeenstemming te brengen met de feitelijke grens/gebruiksgrens en de tekeningen 1 en 2 en om de daartoe gegeven instructies van het Kadaster en/of een notaris op te volgen;
4.De beoordeling
II. Het (snoei)afval/de composthoop;
III. De erfafscheiding;
IV. De (ontsluitingen van de) waterhuishouding;
V. Het bord.
na uitmetingzal blijken. De op tekening 2 weergegeven kruisarcering ter hoogte van strook 1 heeft verder blijkens de akte niets te maken met het huidige verschil tussen de kadastrale erfgrens en de feitelijke erfgrens, waarvan [gedaagde] stelt dat dit de juridische eigendomsgrens is. In artikel 11 van de leveringsakte wordt uitdrukkelijk op die kruisarcering gewezen. De rechtsvoorgangers hebben voor die plek (onder meer strook 1) een overeenkomst tot het vestigen van een erfdienstbaarheid gesloten ten laste van verkopers en ten gunste van de CV. Daaruit volgt juist dat het destijds de bedoeling van de rechtsvoorgangers was om strook 1 mee te verkopen, zoals [eiser] stelt. Het zou niet nodig zijn geweest om af te spreken dat een erfdienstbaarheid op eerste verzoek van verkoper wordt gevestigd als strook 1 niet verkocht zou zijn. Het standpunt van [gedaagde] verhoudt zich dus ook niet met de overige inhoud van de leveringsakte. De door [gedaagde] als productie 8 overgelegde brief d.d. 23 januari 2020 van de notaris (zie 2.11) kan niet tot een ander oordeel leiden, aangezien deze alleen is gebaseerd op tekening 2.
‘grenswijziging aan de achterzijde van Paviljoen [huis] ’.Ook ter hoogte van strook 2 tussen de grote en de kleine vijver hebben de rechtsvoorgangers de erfgrens meer in de richting van het tennispark aangewezen, te weten op de plek waar door verkopers de landbouwpoort is geplaatst. Dit laatste - ook naar eigen zeggen van [gedaagde] - zonder enig bezwaar van de CV.
een maandna de datum van dit vonnis. [eiser] heeft er belang bij dat ook in de toekomst dit gedeelte van de erfgrens wordt gerespecteerd. Om te voorkomen dat [gedaagde] of de pachter in de toekomst opnieuw inbreuk zal maken op het eigendomsrecht van [eiser] door (snoei)afval op perceel [perceel] te deponeren, zal derhalve ook het mede gevorderde verbod worden toegewezen. De oplegging van een dwangsom, als stimulans tot nakoming van deze beslissing, oordeelt de rechtbank aangewezen. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd als na te melden.
4.17. De over deze kostenpost gevorderde wettelijke rente zal als onweersproken eveneens worden toegewezen.
- dagvaarding € 102,96
- griffierecht € 937,00
- salaris advocaat
€ 1.519,00 [1] ,