Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juli 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de staatssecretaris van Defensie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Motiveringsgebrek
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 7 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de staatssecretaris van Defensie over een opgelegde terugbetalingsverplichting van €15.285,92. De eiser, die na zijn studie aan de TU Delft in dienst trad bij Defensie, werd ontslagen na het volgen van de Korte Officiersopleiding Technische Dienst. De staatssecretaris had een terugbetalingsverplichting opgelegd, die door de eiser werd betwist. Eiser stelde dat hij recht had op een hogere korting op het terug te betalen bedrag vanwege zijn goede inzet en motivatie tijdens de opleiding. De staatssecretaris had echter een korting van 50% toegepast, wat eiser als onterecht beschouwde.
Tijdens de zitting op 15 juni 2021, die via een skype-verbinding plaatsvond, werd de zaak behandeld. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris in redelijkheid tot de beslissing was gekomen om een korting van 50% toe te passen. De rechtbank benadrukte dat de staatssecretaris een discretionaire bevoegdheid heeft bij het vaststellen van het terug te betalen bedrag en dat er voldoende onderbouwing was voor de gekozen korting. Eiser had niet overtuigend aangetoond dat er sprake was van gelijke gevallen waarin een hogere korting was toegepast.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.