ECLI:NL:RBDHA:2021:6992
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Dublinprocedure en asielaanvraag; beoordeling van opvang in Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat er structurele tekortkomingen zijn in de opvangvoorzieningen in Italië, hetgeen zijn overdracht naar dat land zou belemmeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag van eiser is afgewezen op basis van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft een e-mail overgelegd van een medewerker van The European Legal Network on Asylum, waarin wordt gesteld dat er risico's zijn voor Dublinclaimanten in Italië, zoals dakloosheid. De rechtbank oordeelt echter dat deze informatie niet voldoende is om aan te nemen dat Italië zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. De rechtbank verwijst naar een recent arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waaruit blijkt dat Dublinclaimanten in Italië recht hebben op opvang. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een dusdanig gebrek aan opvang in Italië dat zijn overdracht niet kan plaatsvinden. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.